Íåäàâíî ÿ ïðîñíóëñÿ óòðîì òèõèì, À â ãîëîâå – íàñòîé÷èâàÿ ìûñëü: Îòíûíå äîëæåí ÿ ïèñàòü ñòèõè. È òàê íàïîëíèòü ñìûñëîì ñâîþ æèçíü! ß ïåðâûì äåëîì ê çåðêàëó ïîø¸ë, ×òîá óáåäèòüñÿ â âåðíîñòè ðåøåíüÿ. Âçãëÿä çàòóìàíåí.  ïðîôèëü – ïðÿì îðåë! Òèïè÷íûé âèä ïîýòà, áåç ñîìíåíüÿ. Òàê òùàòåëüíî òî÷èë êàðàíäàøè, Çàäóì÷èâî ñèäåë â êðàñèâîé ïîçå. Êîãäà äóøà

In de gaten

In de gaten Blake Pierce “Een meesterwerk van thriller en mysterie! De auteur heeft fantastisch werk geleverd door personages met een psychologische kant te ontwikkelen, die zo goed beschreven zijn dat we hun gedachten kunnen voelen, hun angsten kunnen volgen en hun succes toejuichen. De plot is erg intelligent en zorgt ervoor dat het boek je bezig blijft houden. Vol met wendingen, dit boek houdt je tot het einde van de laatste pagina wakker." - Boeken en filmrecensies, Roberto Mattos (re Eens weg) In de gaten (Hoe Riley Paige begon — Boek 1) is boek # 1 in een nieuwe psychologische thrillerreeks door # 1 bestsellerauteur Blake Pierce, wiens gratis bestseller Eens Weg (boek # 1) meer dan 1.000 vijfsterrenrecensies heeft ontvangen. 22-jarige eindejaars psychologie studente en aankomend FBI-agent Riley Paige komt in een strijd voor haar leven terecht, wanneer haar beste vriendinnen op de campus door een seriemoordenaar  vermoord worden. Ze voelt dat ook zij een doelwit is en dat als ze wil overleven, ze haar briljante geest moet gebruiken om de moordenaar zelf te stoppen.Wanneer de FBI op een dood spoor komt, zijn ze voldoende onder de indruk van Riley's scherpe inzicht in de geest van de moordenaar, dat ze haar toestaan om te helpen. Toch is de geest van de moordenaar een donkere, verwrongen plek, een die te duivels is om te begrijpen en een die dreigt om de fragiele psyche van Riley in te laten storten. Kan Riley in dit dodelijke spel van kat en muis ongedeerd overleven?IN DE GATEN, een spannende thriller vol met actie, is boek # 1 van een meeslepende nieuwe serie waarmee je tot laat in de nacht de pagina's om blijft slaan. Het neemt lezers meer dan 20 jaar terug in de tijd, naar hoe Riley's carri?re begon en is de perfecte aanvulling op de EENS WEG-serie (Een Riley Paige Mysterie), met al 13 boeken in de serie en het loopt nog op.Boek # 2 in de HOE RILEY PAIGE BEGON -serie is nu ook verkrijgbaar! IN DE GATEN (HOE RILEY PAIGE BEGON — BOEK 1) BLAKE PIERCE Blake Pierce Blake Pierce is de auteur van de bestseller reeks RILEY PAGE mysteries die dertien boeken telt (en er komen er nog steeds bij) Blake Pierce is ook de auteur van de spannende reeks over MACKENZIE WHITE, die bestaat uit negen boeken (en er komen er steeds bij); van de spannende reeks over AVERY BLACK, die uit zes boeken bestaat; van de spannende reeks over KERI LOCKE, die uit vijf boeken bestaat; van de HOE RILEY PAIGE BEGON reeks, die bestaat uit twee boeken (en er komen er nog steeds bij); van de spannende reeks over KATE WISE, die uit twee boeken bestaat (en er komen er nog steeds bij); van de spannende reeks psychologische thrillers over CHLOE FINE, die bestaat uit twee boeken (en er komen er nog steeds bij); en van de spannende reeks psychologische thrillers over JESSIE HUNT, die bestaat uit drie boeken (en er komen er nog steeds bij). Als verwoede lezer en levenslange fan van het mystery en thriller genre, hoort Blake graag wat u te vertellen heeft, bezoek dus www.blakepierceauthor.com om meer te weten te komen en contact te houden. Copyright © 2018 door Blake Pierce. Alle rechten voorbehouden. Behalve zoals toegestaan onder de US Copyright Act van 1976, mag geen enkel deel van deze publicatie gereproduceerd, gedistribueerd of verzonden worden in welke vorm of op welke manier dan ook, of opgeslagen in een database of zoeksysteem, zonder voorafgaande toestemming van de auteur. Dit e-boek is alleen voor persoonlijk plezier gelicentieerd. Dit e-boek mag niet doorverkocht worden of worden weggegeven aan andere mensen. Als je dit boek met een andere persoon wilt delen, koop dan voor elke ontvanger een extra exemplaar. Als je dit boek leest en het niet hebt gekocht of het niet alleen voor jouw gebruik is gekocht, stuur het dan terug en koop je eigen exemplaar. Bedankt voor het respecteren van het harde werk van deze auteur. Dit is een fictief werk. Namen, personages, bedrijven, organisaties, plaatsen, evenementen en incidenten zijn ofwel het product van de verbeelding van de auteur of worden fictief gebruikt. Elke gelijkenis met werkelijke personen, levend of dood, is geheel toevallig. Jas afbeelding Copyright Korionov, gebruikt onder licentie van Shutterstock.com. BOEKEN VAN BLAKE PIERCE SPANNENDE, PSYCHOLOGISCHE THRILLERS MET JESSIE HUNT DE PERFECTE ECHTGENOTE (boek #1) DE PERFECTE WIJK (boek #2) RILEY PAIGE MYSTERY-SERIE EENS WEG (boek 1) EENS GEPAKT (boek 2) EENS BEGEERD (boek 3) EENS GELOKT (boek 4) THE MAKING OF RILEY PAIGE SERIE IN DE GATEN (boek 1) AVERY BLACK MYSTERY-SERIE MOORD MET EEN HOGER DOEL (boek 1) OP DE VLUCHT VOOR HOGERE KRACHTEN (boek 2) SCHUILEN VOOR HOGE VLAMMEN (boek 3) REDEN OM BANG TE ZIJN (boek 4) REDEN TOT BEWAREN (boek 5) MACKENZIE WITTE MYSTERIE-SERIE VOORDAT HIJ DOODT (boek #1) VOORDAT ZE ZIET (boek #2) INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK EEN (#u1d78e6f9-a3c5-5118-a0c3-d1c5e2128a1b) HOOFDSTUK TWEE (#uc212a337-9dd8-5915-a59f-1ad651e7b30c) HOOFDSTUK DRIE (#uf74cd1ca-1cfe-55e1-9d48-aaacbb8cdb00) HOOFDSTUK VIER (#u19f853ec-04b2-548f-984f-a872dd626aaf) HOOFDSTUK VIJF (#u47f728df-d9c1-5df9-b3ae-93d4085f1253) HOOFDSTUK ZES (#ue07079a1-87ca-534b-bd2c-53d5e54e9633) HOOFDSTUK ZEVEN (#u0e8b2cea-0ae6-56f9-8f22-df6c643f5b4a) HOOFDSTUK ACHT (#litres_trial_promo) HOOFDSTUK NEGEN (#litres_trial_promo) HOOFDSTUK TIEN (#litres_trial_promo) HOOFDSTUK ELF (#litres_trial_promo) HOOFDSTUK TWAALF (#litres_trial_promo) HOOFDSTUK DERTIEN (#litres_trial_promo) HOOFDSTUK VEERTIEN (#litres_trial_promo) HOOFDSTUK VIJFTIEN (#litres_trial_promo) HOOFDSTUK ZESTIEN (#litres_trial_promo) HOOFDSTUK ZEVENTIEN (#litres_trial_promo) HOOFDSTUK ACHTTIEN (#litres_trial_promo) HOOFDSTUK NEGENTIEN (#litres_trial_promo) HOOFDSTUK TWINTIG (#litres_trial_promo) HOOFDSTUK EENENTWINTIG (#litres_trial_promo) HOOFDSTUK TWEE?NTWINTIG (#litres_trial_promo) HOOFDSTUK DRIE?NTWINTIG (#litres_trial_promo) HOOFDSTUK VIERENTWINTIG (#litres_trial_promo) HOOFDSTUK VIJFENTWINTIG (#litres_trial_promo) HOOFDSTUK ZESENTWINTIG (#litres_trial_promo) HOOFDSTUK ZEVENENTWINTIG (#litres_trial_promo) HOOFDSTUK ACHTENTWINTIG (#litres_trial_promo) HOOFDSTUK NEGENENTWINTIG (#litres_trial_promo) HOOFDSTUK DERTIG (#litres_trial_promo) HOOFDSTUK EENENDERTIG (#litres_trial_promo) HOOFDSTUK TWEE?NDERTIG (#litres_trial_promo) HOOFDSTUK DRIE?NDERTIG (#litres_trial_promo) HOOFDSTUK VIERENDERTIG (#litres_trial_promo) HOOFDSTUK VIJFENDERTIG (#litres_trial_promo) HOOFDSTUK ZESENDERTIG (#litres_trial_promo) HOOFDSTUK EEN Riley zat voorovergebogen op haar bed en staarde naar haar psychologieboek. Ze kon zich niet concentreren, niet met al het lawaai in de kamer. Dat nummer van Gloria Estefan, ‘Don’t Let This Moment End’, stond weer te bl?ren. Hoe vaak had ze dat stomme nummer vanavond al gehoord? Het leek tegenwoordig uit elke studentenkamer te schallen. Riley schreeuwde over de muziek heen naar haar kamergenoot... ‘Trudy, laat dit moment alsjebl?eft stoppen! Of in ieder geval dit nummer. Of schiet me gewoon neer, ook goed.’ Trudy lachte. Zij en hun vriendin Rhea zaten aan de andere kant van de kamer op Trudy’s bed. Ze waren net klaar met elkaars nagels te doen en wapperden nu met hun handen in de lucht om ze te laten drogen. Trudy schreeuwde over de muziek heen terug: ‘Natuurlijk, dat doe ik, Not!’ ‘We zijn je aan het martelen,’ voegde Rhea eraan toe. ‘Geen rust tot je met ons mee uitgaat.’ Riley zei: ‘Het is donderdagavond.’ ‘Dus?’ zei Trudy. ‘Dus, ik heb morgenvroeg les.’ Rhea zei: ‘Sinds wanneer heb jij slaap nodig?’ ‘Rhea heeft gelijk,’ voegde Trudy eraan toe. ‘Ik heb in mijn leven nog nooit zo’n nachtuil gekend.’ Trudy was Rileys beste vriendin, een blondine met een enorme, gekke grijns die vrijwel iedereen die ze ontmoette betoverde, vooral jongens. Rhea was een brunette, mooier dan Trudy en van nature wat terughoudender, hoewel ze haar best deed om gelijke tred met Trudy’s gezelschap te houden. Riley slaakte een kreun van wanhoop. Ze stond op van haar bed en liep naar Trudy’s cd-speler, zette de muziek zachter, klom weer op haar bed en pakte het psychologieboek weer op. En natuurlijk stond Trudy meteen op en zette de muziek weer aan, niet zo hard als eerst, maar nog steeds te hard voor Riley om zich op lezen te kunnen concentreren. Riley sloeg haar boek dicht. ‘Je dwingt me om geweld te gebruiken,’ zei ze. Rhea lachte en zei: ‘Nou, het zou tenminste een verandering zijn. Als je daar zo in elkaar gedoken blijft zitten, dan zul je straks in die positie blijven hangen.’ Trudy voegde eraan toe: ‘En zeg nou niet dat je moet studeren. Ik zit ook bij die psychologieles, weet je nog? Ik weet dat je in dat stomme boek ver vooruit leest, misschien zelfs wel weken vooruit. ‘ Rhea slaakte een spottende zucht van afgrijzen. ‘Vooruit lezen? Is dat niet verboden? Dat zou het namelijk wel moeten zijn.’ Trudy stootte Rhea aan en zei: ‘Riley maakt graag indruk op professor Hayman. Ze heeft een oogje op hem.’ Riley snauwde: ‘Ik heb helem??l geen oogje op hem!’ Trudy zei: ‘Sorry, mijn fout. Waarom z?? je een oogje op hem hebben?’ Riley kon het niet helpen om te denken... Gewoon, omdat hij jong en knap en slim is? Gewoon, omdat elk ander meisje in de klas een oogje op hem heeft? ... maar ze hield haar gedachten voor zichzelf. Rhea stak haar hand uit en bestudeerde haar nagels. Ze zei tegen Riley: ‘Hoe lang is het geleden dat je een beetje actie hebt gehad? Op seksgebied, bedoel ik.’ Trudy schudde haar hoofd naar Rhea. ‘Niet vragen,’ zei ze. ‘Riley heeft een gelofte van kuisheid afgelegd.’ Riley rolde met haar ogen en zei tegen zichzelf... Ga ik zelfs niet met een arrogant antwoord op in. Toen zei Trudy tegen Rhea: ‘Riley is niet eens aan de pil.’ Riley was geschokt door Trudy’s indiscretie. ‘Trudy!’ zei ze. Trudy haalde haar schouders op en zei: ‘Je hebt me toch niet tot geheimhouding of zoiets gezworen?’ Rhea mond was opengevallen. Haar afgrijzen leek deze keer echt. ‘Riley. Zeg dat het niet waar is. Zeg me alsjeblieft dat ze liegt.’ Riley gromde zacht en zei niets. Ze moesten eens weten, dacht ze. Ze hield er niet van om over haar rebelse tienerjaren na te denken, laat staan om erover te praten. Ze had het geluk dat ze niet zwanger was geraakt of een vreselijke ziekte had gekregen. Op de universiteit had ze veel dingen op een laag pitje gezet - inclusief seks, hoewel ze altijd een pakje condooms in haar tas had voor het geval dat. Trudy draaide nadrukkelijk de muziek weer omhoog. Riley slaakte een zucht en zei, ‘Ok?, ik geef het op. Waar wil je heen?’ ‘De Centaur’s Den,’ zei Rhea. ‘We hebben serieus wat drank nodig.’ ‘Waar is er verder nog?’ voegde Trudy eraan toe. Riley zwaaide haar benen van haar bed en stond op. ‘Kan ik zo mee?’ vroeg ze. ‘Maak je een grapje?’ zei Trudy. Rhea zei: ‘De Den is armoedig, maar niet z? armoedig.’ Trudy liep naar de kast en rommelde door Riley’s kleren. Ze zei: ‘Ben ik je moeder of zo? Dit is wat je aan moet doen.’ Trudy pakte een kort topje met spaghettibandjes en een mooie jeans en gaf ze aan Riley. Toen gingen zij en Rhea de gang op om een paar van de meisjes op hun etage te vragen om met hen mee te gaan. Riley kleedde zich om en stond toen in de lange spiegel op de kastdeur naar zichzelf te kijken. Ze moest toegeven dat Trudy een goede outfit voor haar had uitgekozen. De korte top flatteerde haar slanke, atletische lichaam. Met haar lange donkere haar en lichtbruine ogen kon ze voor een partygirl van de universiteit doorgaan. Toch voelde het op een vreemde manier als een kostuum, helemaal niet als Riley. Maar haar vriendinnen hadden gelijk, ze bracht te veel tijd door met studeren. En er was zeker zoiets als overdrijven. Alleen maar werken en geen plezier … Ze trok een spijkerjasje aan en fluisterde tegen zichzelf in de spiegel... ‘Kom op, Riley. Ga naar buiten en leef een beetje.’ * Toen zij en haar vriendinnen de deur van de Centaur’s Den opende, werd Riley bijna overweldigd door de vertrouwde, maar verstikkende geur van sigarettenrook en het even verstikkende geluid van heavy Metal muziek. Ze aarzelde. Misschien was dit uitstapje toch een vergissing. Waren de schurende akkoorden van Metallica een muzikale verbetering ten opzichte van de verdovende monotonie van Gloria Estefan? Maar Rhea en Trudy stonden achter haar en ze duwden haar naar binnen. Drie andere meisjes van de campus volgden hen en liepen meteen naar de bar. Riley tuurde door de rokerige lucht en zag enkele bekende gezichten. Ze was verrast om er op een doordeweekse dag zoveel te zien. Het grootste deel van de ruimte was een dansvloer waar bewegende lichtstralen en fonkelingen over jongeren flitsten die gelukzalig op het refrein van ‘Whiskey in the Jar’ stonden te kronkelen. Trudy greep zowel Riley als Rhea bij de hand. ‘Kom op, laten we dansen, met z’n drie?n!’ Het was een vertrouwde tactiek. De meisjes dansten samen totdat ze de aandacht van wat jongens kregen. Het zou niet lang duren voordat ze allemaal met een jongen zouden dansen in plaats van met elkaar en drinken als een gek. Maar Riley had daar geen zin in of in de herrie. Glimlachend schudde ze haar hoofd en trok haar hand van Trudy weg. Trudy zag er even gekwetst uit, maar er was te veel herrie om er ruzie over te hebben. Toen stak Trudy haar tong naar Riley uit en trok Rhea de dansvloer op. Ja, heel volwassen, dacht Riley. Ze duwde zich door de menigte naar de bar en kocht een glas rode wijn voor zichzelf. Toen ging ze naar beneden, waar tafels en zithoeken een kelderkamer vulden. Ze vond een lege plek waar ze kon gaan zitten. Riley vond het hier veel beter dan boven. Ok?, de sigarettenrook was hier nog dikker, genoeg om haar ogen te laten prikken. Maar het was hier minder onstuimig en ook stiller, hoewel gedempte muziek van boven nog steeds door de vloer dreunde. Ze nipte langzaam van haar wijn en herinnerde zich maar al te goed haar roekeloze drinkgedrag als tiener. Ze was er in het kleine stadje Larned altijd in geslaagd om van louche volwassen connecties te krijgen wat ze maar wilde drinken. Whisky was in die dagen haar favoriete drank geweest. Arme oom Deke en tante Ruth, dacht ze. Uit haar woede en verveling had ze hen meer dan eens in de problemen gebracht. Ze bleef zichzelf vertellen... Misschien zal ik het ooit goedmaken. Haar gedachten werden door een mannelijke stem onderbroken. ‘He.’ Riley keek op en zag een grote, gespierde, redelijk knappe jongen die een glas bier vasthield en met een nonchalante, zelfverzekerde glimlach naar haar keek. Riley kneep haar ogen samen; een uitdrukking die in stilte vroeg... ‘Ken ik jou?’ Natuurlijk wist Riley precies wie het was. Het was Harry Rampling, de quarterback van het footballteam van de universiteit. Riley had hem dezelfde aanpak bij heel veel meisjes zien gebruiken, zichzelf zonder introductie aandienen, omdat hij het als vanzelfsprekend beschouwde dat hij al overal bekend stond als Gods geschenk aan alle vrouwen op de campus. Riley wist dat deze tactiek meestal werkte. Lanton had een slecht footballteam en Harry Rampling zou waarschijnlijk niet met een carri?re in het professionele football eindigen, maar hij was hier in Lanton toch een held en de meisjes hingen meestal om hem heen. Ze staarde hem simpelweg met een vragende uitdrukking aan, alsof ze geen idee had wie hij in vredesnaam was. Zijn glimlach vervaagde een beetje. Het was in het schemerige licht moeilijk te zeggen, maar Riley vermoedde dat hij bloosde. Toen liep hij weg, kennelijk beschaamd, maar niet bereid om te buigen voor de vernedering om zichzelf daadwerkelijk voor te stellen. Riley nam een slokje wijn en genoot van haar kleine overwinning en een beetje afzondering. Maar toen hoorde ze een andere mannenstem. ‘Hoe heb je dat voor elkaar gekregen?’ Een andere man stond naast haar bankje met een biertje. Hij was goed gekleed, goed gebouwd, iets ouder dan zij en Riley vond hem meteen beduidend aantrekkelijker dan Harry Rampling. ‘Hoe heb ik wat gedaan?’ vroeg Riley. De man haalde zijn schouders op. ‘Harry Rampling op die manier afwijzen. Je bent zonder een woord te zeggen van hem afgekomen, niet eens met een ‘rot op, klootzak.’ Ik wist niet eens dat dat kon.’ Riley voelde zich vreemd genoeg door deze kerel ontwapend. Ze zei: ‘Voordat ik hierheen kwam heb ik mezelf met anti spierbal bespoten.’ Zodra de woorden eruit waren, dacht ze... Goeie God, ik ben grappig aan het doen. Wat dacht ze in vredesnaam dat ze aan het doen was? Hij lachte en genoot van het grapje. Hij gleed ongenodigd op de plek tegenover Riley en zei: ‘Mijn naam is Ryan Paige, je kent me helemaal niet en ik zal het je niet kwalijk nemen als je mijn naam binnen vijf minuten of zelfs eerder weer vergeten bent. Ik kan je verzekeren dat ik bij uitstek makkelijk te vergeten ben.’ Riley schrok van zijn brutaliteit. Stel jezelf niet voor, zei ze tegen zichzelf. Maar ze zei hardop... ‘Ik ben Riley Sweeney. Ik ben een laatstejaars. Ik heb psychologie als hoofdvak.’ Ze voelde zichzelf nu blozen. Deze kerel was een gladde. En zijn versier techniek was zo casual dat het helemaal niet op een techniek leek. Makkelijk te vergeten, hah, dacht Riley. Ze wist al zeker dat ze Ryan Paige niet snel zou vergeten. Wees voorzichtig met hem, zei ze tegen zichzelf. Toen zei ze: ‘Ehm… ben je een student hier bij Lanton?’ Hij knikte en zei: ‘Rechtenstudie. Dit is ook mijn laatste jaar.’ Hij zei het alsof er geen reden was om onder de indruk te zijn. En natuurlijk was Riley onder de indruk. Ze zaten een tijdje te praten, ze wist niet precies hoe lang. Toen hij haar vroeg wat ze van plan was om na het afstuderen te doen, moest Riley toegeven dat ze het niet zeker wist. ‘Ik zal een of andere baan moeten zoeken,’ vertelde ze hem. ‘Ik denk dat ik een manier moet bedenken om naar de onderzoeksschool te gaan als ik in mijn vakgebied wil kunnen werken.’ Hij knikte goedkeurend en zei: ‘Ik heb bij verschillende advocatenkantoren navraag gedaan. Een aantal ziet er veelbelovend uit, maar ik moet mijn volgende stap heel goed overwegen.’ Terwijl ze aan het praten waren, realiseerde Riley zich dat wanneer hun ogen elkaar ontmoetten en hun blikken elkaar even vasthielden, dat er een lichte tinteling door haar lichaam stroomde. Gebeurde dat ook bij hem? Ze merkte dat hij een paar keer plotseling wegkeek. Tijdens een pauze in het gesprek, dronk Ryan zijn biertje op en zei toen: ‘Luister, het spijt me dat ik ineens weg moet, maar ik heb in de ochtend een les en ik moet nog wat studeren.’ Riley was bijna met stomheid geslagen. Ging hij haar niet versieren? Nee, dacht ze. Daar heeft hij teveel klasse voor. Niet dat hij geen interesse in haar had; ze was er zeker van dat hij dat wel had. Maar hij wist beter dan bij haar te hard van stapel te lopen. Indrukwekkend, dacht ze. Ze slaagde erin om te antwoorden: ‘Ja, ik ook.’ Hij glimlachte een oprecht ogende lach. ‘Het was leuk je te ontmoeten, Riley Sweeney.’ Riley glimlachte terug. ‘Het was ook leuk om jou te ontmoeten, Ryan Paige.’ Ryan grinnikte en zei: ‘Aw, je weet het nog.’ Zonder nog een woord te zeggen, stond hij op en vertrok. Riley’s hoofd was helemaal in de war van wat er niet was gebeurd. Ze hadden geen telefoonnummers uitgewisseld, ze had niet gezegd in welk studentenhuis ze zat en ze had nog steeds geen idee waar hij woonde. En hij had haar niet eens op een echte toekomstig date gevraagd. Het was niet, omdat hij niet verwachtte dat er een echte date zou zijn, daar was ze zeker van. Nee, hij was gewoon zelfverzekerd. Hij was er zeker van dat hun wegen snel weer zouden kruisen en hij verwachtte dat de chemie zijn werk zou doen. En Riley geloofde voor meer dan de helft dat hij gelijk had. Op dat moment hoorde ze Trudy’s stem roepen. ‘H?, Riley! Wie was die knappe vent?’ Riley draaide zich om en zag Trudy de trap afkomen, met een volle kan bier in de ene hand en een glas in de andere. Drie andere meisjes uit hun studentenhuis liepen achter haar aan. Ze zagen er allemaal behoorlijk dronken uit. Riley gaf geen antwoord op Trudy’s vraag. Ze hoopte alleen dat Ryan nu buiten gehoorsafstand was. Toen de meisjes de tafel naderden, vroeg Riley... ‘Waar is Rhea?’ Trudy keek om zich heen. ‘Ik weet niet,’ zei ze met een onduidelijke stem. ‘Waar ?s Rhea?’ Een van de andere meisjes zei: ‘Rhea is terug naar de campus gegaan.’ ‘Wat!’ zei Trudy. ‘Ze is weggegaan en heeft niks tegen me gezegd?’ ‘Ze heeft het tegen je gezegd,’ zei een ander meisje. De meisjes stonden op het punt om bij Riley in het zithoekje te klimmen. In plaats van ingesloten te raken, stond Riley van haar stoel op. ‘We zouden allemaal naar huis moeten gaan,’ zei ze. Met een stortvloed van protesten gingen de meisjes giechelend zitten en zich blijkbaar settelen voor een lange nacht. Riley gaf het op. Ze liep naar boven en de voordeur uit. Buiten ademde ze diep de koele, frisse lucht in. Het was maart en soms was het hier ‘s nachts koud in de Shenandoah-vallei van Virginia, maar na de benauwde, met rook gevulde bar was de kilte welkom. Het was terug naar de campus en haar studentenhuis een korte, goed verlichte wandeling. Ze had het gevoel dat de avond behoorlijk goed was verlopen. Ze had maar een glas wijn gedronken, net genoeg om te ontspannen en er was ook die man geweest... Ryan Paige. Ze glimlachte. Nee, ze was zijn naam niet vergeten. * Riley sliep diep en droomloos toen iets haar wakker schudde. Wat? vroeg ze zich af. Eerst dacht ze dat misschien iemand aan haar schouder had geschud. Maar nee, dat was het niet. Terwijl ze in de duisternis van haar studentenkamer staarde, hoorde ze het geluid weer. Een kreet. Een stem vol van angst. Riley wist dat er iets vreselijks was gebeurd. HOOFDSTUK TWEE Riley was uit bed en op haar voeten voordat ze volledig wakker was. Dat geluid was verschrikkelijk. Wat was het? Toen ze het licht naast haar bed aan deed, bromde een vertrouwde stem vanaf de andere kant van de kamer: ‘Riley, wat is er aan de hand?’ Trudy lag volledig gekleed in haar eigen bed en beschermde haar ogen tegen het licht. Ze was daar duidelijk in een vrij dronken toestand neergestort. Riley had door de binnenkomst van haar kamergenoot heen geslapen. Maar nu was ze wakker. Net als anderen in het studentenhuis. Ze kon vanuit de nabijgelegen kamers gealarmeerde stemmen horen roepen. Riley kwam in beweging, duwde haar voeten in een paar slippers, trok haar badjas aan en opende de kamerdeur. Ze stapte de gang in. Andere kamerdeuren zwaaiden open. Meisjes staken hun hoofd naar buiten en vroegen wat er aan de hand was. En Riley zag tenminste ??n ding dat niet goed was. Ongeveer halverwege de gang zat een meisje op haar knie?n te huilen. Riley rende naar haar toe. Heather Glover, besefte ze. Heather was met hen mee geweest naar de Centaur’s Den. Ze was daar nog met Trudy en de anderen toen Riley vertrok. Nu wist Riley het, het was Heather geweest die ze had horen schreeuwen. Ze herinnerde zich ook... Heather is de kamergenoot van Rhea! Riley bereikte het snikkende meisje en hurkte naast haar neer. ‘Wat is er aan de hand?’ vroeg ze. ‘Heather, wat is er gebeurd?’ Snikkend en zich verstikkend wees Heather naar de open deur naast haar. Naar adem happend slaagde ze erin om te zeggen... ‘Het is Rhea. Ze is…’ Heather gaf plotseling over. Riley ontweek de golf van braaksel, stond op en tuurde langs de kamerdeur naar binnen. In het licht dat vanuit de gang naar binnen scheen, kon ze iets verspreid op de vloer zien liggen, een donkere vloeistof. Eerst dacht ze dat het wat gemorste frisdrank was. Toen huiverde ze... Bloed. Ze had op deze manier eerder een plas bloed gezien. Er was geen twijfel dat het iets anders kon zijn. Ze stapte door de deuropening en zag Rhea languit op haar eenpersoonsbed liggen, volledig gekleed en met haar ogen wijd open. ‘Rhea?’ zei Riley. Ze ging iets dichterbij kijken. Toen kokhalsde ze. Rhea’s keel was bijna van oor tot oor doorgesneden. Rhea was dood, dat wist Riley zeker. Het was niet de eerste vermoorde vrouw die ze in haar leven had gezien. Toen hoorde Riley nog een schreeuw. Even vroeg ze zich af of de schreeuw van haar zelf kwam. Maar nee, het kwam van vlak achter haar. Riley draaide zich om en daar in de deuropening stond Gina Formaro. Ze was die avond ook in de Centaur’s Den aan het feesten geweest. Nu puilden haar ogen uit en trilde ze over haar hele lijf, bleek van shock. Riley realiseerde zich dat ze zichzelf opmerkelijk rustig voelde, helemaal niet bang. Ze wist ook dat ze waarschijnlijk de enige studente op de hele verdieping was die nog niet in paniek was. Het was aan haar om ervoor te zorgen dat de dingen niet erger werden. Riley nam Gina voorzichtig bij de arm en leidde haar de deur uit. Heather zat nog steeds op de grond waar ze over had gegeven, nog steeds snikkend. En andere dwalende studenten begonnen hun weg naar de kamer te vinden. Riley trok de kamerdeur dicht en ging ervoor staan. ‘Blijf daar!’ riep ze naar de naderende meisjes. ‘Blijf uit de buurt!’ Riley was verrast over de kracht en autoriteit in haar eigen stem. De meisjes gehoorzaamden en vormden een volle halve cirkel om de slaapkamer. Riley schreeuwde opnieuw: ‘Bel het alarmnummer!’ ‘Waarom?’ vroeg een van de meisjes. Heather Glover zat nog steeds gehurkt op de vloer met een plas van braaksel voor haar en wist krakend uit te brengen... ‘Het is Rhea. Ze is vermoord.’ Plots explodeerde er een wilde mix van meisjesstemmen in de gang; sommige stonden te gillen, sommige snakten naar adem en anderen begonnen te huilen. Enkele meisjes duwden zich weer richting de kamer. ‘Blijf daar!’ zei Riley weer, nog steeds de deur blokkerend. ‘Bel het alarmnummer!’ Een van de meisjes die een mobieltje bezat, droeg het bij zich in haar hand. Ze belde het nummer. Riley stond daar en vroeg zich af... Wat moet ik nu doen? Ze wist maar ??n ding zeker. Ze kon geen van de meisjes de kamer met het lichaam in laten gaan. Er was op de etage al genoeg paniek. Het zou alleen maar erger worden als meer mensen zouden zien wat zich in die kamer bevond. Ze was er ook zeker van dat niemand rond zou mogen lopen in... In wat? Een plaats delict, realiseerde ze zich. Die kamer was een plaats delict. Ze herinnerde zich, ze wist zeker dat het uit films of tv-shows moest komen, dat de politie zou willen dat de plaats delict zo onaangeroerd mogelijk bleef. Het enige wat ze kon doen was wachten en iedereen buiten houden. En tot nu toe was ze succesvol. De halve cirkel van studenten begon uit elkaar te vallen en meisjes liepen in kleinere groepen weg, verdwenen in kamers of vormden kleine clusters in de gang om hun afgrijzen te delen. Er werd nu veel gehuild en er was wat laag, dierlijk gejammer te horen. Er kwamen nog een paar mobiele telefoons tevoorschijn, degenen die er een hadden waren hun ouders of vrienden aan het bellen om hun versie van het drama te vertellen. Riley dacht dat dat waarschijnlijk geen goed idee was, maar ze kon ze onmogelijk stoppen. Ze bleven tenminste weg bij de deur die ze bewaakte. En nu begon ze haar eigen afschuw te voelen. Beelden uit haar vroege jeugd overspoelden Riley’s hersenen... Riley en mama waren in een snoepwinkel en wat verwende mama Riley! Ze kocht heel veel snoep voor haar. Ze lachten allebei en waren blij tot... Een man op hen af kwam. Hij had een raar gezicht, plat en karakterloos, als iets uit een van Riley’s nachtmerries. Het duurde even voordat Riley besefte dat hij een nylonkous over zijn hoofd droeg, het soort dat mama over haar benen droeg. En hij hield een pistool vast. Hij begon tegen mama te schreeuwen... ‘Je tas! Geef me je tas!’ Zijn stem klonk net zo bang als dat Riley zich voelde. Riley keek op naar mama en verwachtte dat ze zou doen wat de man zei. Maar mama was bleek geworden en stond te beven. Ze leek niet te begrijpen wat er aan de hand was. ‘Geef me je tas!’ schreeuwde de man weer. Mama stond daar maar met haar tas in haar handen geklemd. Riley wilde tegen mama zeggen... ‘Doe wat de man zegt, mama. Geef hem je tas.’ Maar om de een of andere reden kwamen er geen woorden uit haar mond. Mama wankelde een beetje, alsof ze wilde gaan rennen, maar haar benen niet in beweging kon krijgen. Toen was er een flits en een luid, vreselijk geluid... ... en mama viel op de grond en landde op haar zij. Er spoot dieprood uit haar borst en de kleur doorweekte haar blouse en spreidde zich uit in een plas op de vloer... Riley werd door het geluid van naderende sirenes terug naar het heden getrokken. De plaatselijke politie arriveerde. Ze voelde opluchting dat de autoriteiten er waren en het over konden nemen... wat het ook was dat er gedaan moest worden. Ze zag dat jongens die op de tweede verdieping woonden naar beneden kwamen en de meisjes vroegen wat er aan de hand was. Ze bevonden zich ook in verschillende stadia van aankleden; shirts en jeans, pyjama’s en badjassen. Harry Rampling, de football speler die Riley bij het caf? benaderd had, begaf zich naar de plek waar ze tegen de gesloten deur stond. Hij duwde zich langs de meisjes die daar nog steeds rondhingen en staarde haar even aan. ‘Wat denk je dat j? aan het doen bent?’ snauwde hij. Riley zei niets. Ze zag het nut er niet van om het uit te leggen. Niet met de politie die nu elk moment zou verschijnen. Harry grijnsde een beetje en deed een dreigende stap in de richting van Riley. Er was hem duidelijk over het dode meisje in de kamer verteld. ‘Ga uit de weg,’ zei hij. ‘Ik wil het zien.’ Riley stond nog standvastiger dan eerst. ‘Je kunt daar niet naar binnen,’ zei ze. Harry zei: ‘Waarom niet, kleine meid?’ Riley’s ogen schoten vuur, maar vroeg ze zich af... Wat denk ik in godsnaam dat ik aan het doen ben? Dacht ze echt dat ze kon voorkomen dat een mannelijke atleet daar naar binnen kon gaan als hij besloot om dat wel te doen? Vreemd genoeg had ze het gevoel dat ze dat waarschijnlijk wel kon. Als het zover kwam dan zou ze zich zeker zwaar verzetten. Gelukkig hoorde ze het gekletter van voetstappen de hal binnenkomen, en vervolgens een mannenstem roepen... ‘Ophouden! Laat ons erdoor.’ De groep studenten is uit elkaar.’ Iemand zei: ‘Daarheen’ en drie ge?niformeerde agenten begaven zich naar Riley. Ze herkende ze allemaal. Het waren in Lanton bekende gezichten. Twee van hen waren mannen, agenten Steele en White. De andere was een vrouw, agent Frisbie. Een aantal mensen van de campuspolitie liepen ook mee. Steele had overgewicht en zijn roodachtige gezicht deed Riley vermoeden dat hij te veel dronk. White was een lange kerel die constant slungelend liep en wiens mond altijd open leek te hangen. Riley vond niet dat hij bijzonder slim leek. Agent Frisbie was een lange, stevige vrouw waarvan Riley altijd dacht dat ze vriendelijk en goedaardig was. ‘We hebben een telefoontje gekregen,’ zei agent Steele. Hij snoof naar Riley. ‘Wat is hier in vredesnaam aan de hand?’ Riley stapte weg van de deur en wees ernaar. ‘Het is Rhea Thorson,’ zei Riley. ‘Ze is…’ Riley ontdekte dat ze de zin niet af kon maken. Ze probeerde nog steeds te beseffen dat Rhea dood was. Ze stapte gewoon opzij. Agent Steele opende de deur en sloop langs haar de kamer in. Toen kwam er een luide zucht toen hij... ‘Oh mijn God!’ riep. Agenten Frisbie en White haastten zich naar binnen. Toen verscheen Steele opnieuw en riep naar de toeschouwers: ‘Ik moet weten wat er is gebeurd. Nu.’ Er was een algemeen gemompel van gealarmeerde verwarring. Toen vuurde Steele een aantal vragen af. ‘Wat weet je hiervan? Was dit meisje de hele avond in haar kamer? Wie was er nog meer?’ Er volgde meer verwarring, met een aantal meisjes die zeiden dat Rhea de campus niet verlaten had, anderen zeiden dat ze naar de bibliotheek was geweest, anderen dat ze op een date was geweest en natuurlijk een paar die zeiden dat ze uit drinken was gegaan. Niemand had hier iemand anders gezien. Niet totdat ze Heather hoorden schreeuwen. Riley haalde diep adem en maakte zich klaar om de anderen tot stilte te roepen en te vertellen wat ze wist. Maar voordat ze iets kon zeggen, wees Harry Rampling naar Riley en zei... ‘Dit meisje gedraagt zich raar. Ze stond daar toen ik hier aankwam. Alsof ze misschien uit die deur kwam.’ Steele stapte in de richting van Riley en gromde... ‘Klopt dat? Je hebt wat uit te leggen. Begin maar met praten.’ Het leek alsof hij zijn handboeien ging pakken. Voor het eerst begon Riley een vleugje paniek te voelen. Gaat deze gast me arresteren? vroeg ze zich af. Ze had geen idee wat er zou gebeuren als hij dat deed. Maar de vrouwelijke agent zei scherp tegen agent Steele: ‘Laat haar met rust, Nat. Zie je niet wat ze aan het doen was? Ze bewaakte de kamer en zorgde ervoor dat er niemand anders naar binnen ging. We moeten haar bedanken dat de plaats delict niet hopeloos is aangetast.’ Agent Steele deinsde achteruit en zag er verontwaardigd uit. De vrouw riep naar de toeschouwers: ‘Ik wil dat iedereen precies blijft waar die nu is. Niemand beweegt, horen jullie me? En beperk het praten tot een minimum.’ Er kwam instemmend geknik en gemompel van de groep. Toen greep de vrouw Riley bij de arm en begon haar van de anderen weg te leiden. ‘Kom met me mee,’ fluisterde ze scherp tegen Riley. ‘Jij en ik gaan even praten.’ Riley slikte angstig, terwijl agent Frisbie haar wegleidde. Zit ik echt in de problemen? vroeg ze zich af. HOOFDSTUK DRIE Agent Frisbie hield de hele weg door de gang Riley’s arm stevig vast. Ze gingen door een paar dubbele deuren en kwamen onderaan de trap terecht. Eindelijk liet de vrouw haar los. Riley wreef over haar arm waar het een beetje pijn deed. Agent Frisbie zei: ‘Sorry dat ik daar wat ruw deed. We hebben nogal haast. Allereerst, hoe heet je?’ ‘Riley Sweeney.’ ‘Ik heb je in de stad gezien. In welk jaar zit je op de universiteit?’ ‘Laatstejaars.’ De strenge uitdrukking van de vrouw verzachtte een beetje. ‘Nou, allereerst wil ik me verontschuldigen voor hoe agent Steele zojuist met je heeft gesproken. De arme kerel, hij kan er echt niets aan doen. Het is alleen dat hij... wat is het woord dat mijn dochter zou gebruiken? Oh ja. Een lul is.’ Riley was te geschrokken om te lachen. Hoe dan ook, agent Frisbie glimlachte niet. Ze zei: ‘Ik ben er trots op dat ik een behoorlijk betrouwbare intu?tie heb, in ieder geval beter dan die van de ‘goede oude jongens’ waar ik aan vast zit om mee te werken. En op dit moment zegt mijn gevoel dat jij degene bent die me hier misschien precies kan vertellen wat ik moet weten.’ Riley voelde weer een paniekgolf toen de vrouw zonder glimlach een notitieblok tevoorschijn haalde en zich klaarmaakte om te schrijven. Ze zei: ‘Agent Frisbie, ik heb echt geen idee -’ De vrouw onderbrak haar. ‘Je zult misschien verrast zijn. Ga je gang, vertel me eens hoe je nacht is verlopen.’ Riley was in de war. Hoe mijn nacht is verlopen? Wat had dat ermee te maken? ‘Vanaf het begin,’ zei Frisbie. Riley antwoordde langzaam: ‘Nou, ik zat in mijn kamer te studeren, omdat ik morgenochtend een les heb, maar mijn kamergenoot, Trudy en mijn vriendin Rhea...’ Riley viel plotseling stil. Mijn vriendin Rhea. Ze herinnerde zich dat ze op haar bed zat, terwijl Trudy en Rhea aan de andere kant van de kamer hun nagels aan het doen waren en te hard Gloria Estefan draaiden en dat ze behoorlijke lastposten waren die probeerden dat Riley met ze mee uit zou gaan. Rhea was zo levendig geweest, lachend en ondeugend. Nu niet meer. Ze zou Rhea’s lach nooit meer horen of haar glimlach ooit nog zien. Voor het eerst sinds dit vreselijke ding was gebeurd, voelde Riley dat ze bijna in tranen was. Ze zakte tegen de muur. Niet nu, hield ze zichzelf streng voor. Ze ging rechtop staan, haalde diep adem en ging verder. ‘Trudy en Rhea hebben me overgehaald om naar de Centaur’s Den te gaan.’ Agent Frisbie knikte Riley bemoedigend toe en zei: ‘Hoe laat was dit?’ ‘Rond half tien, denk ik.’ ‘En gingen jullie alleen met z’n drie?n uit?’ ‘Nee,’ zei Riley. ‘Trudy en Rhea hadden nog een paar meisjes overgehaald om mee te gaan. We waren in totaal met z’n zessen.’ Agent Frisbie noteerde nu snel aantekeningen. ‘Vertel me hun namen,’ zei ze. Riley hoefde niet te stoppen om na te denken. ‘Ik was er… en Trudy Lanier en Rhea natuurlijk. En Cassie DeBord, Gina Formaro en Rhea’s kamergenoot Heather Glover.’ Ze stond daar even te zwijgen. Er moet meer zijn, dacht ze. Ze kon zich vast nog meer herinneren om de politie te vertellen. Maar haar hersenen leken aan haar directe groep vast te zitten en aan het beeld van haar vriendin, dood in die kamer. Riley wilde net uitleggen dat ze niet veel tijd met de anderen in de Centaur’s Den had doorgebracht. Maar voordat ze nog iets anders kon zeggen, stopte agent Frisbie abrupt haar potlood en notitieboekje terug in haar zak. ‘Goed gedaan,’ zei ze, heel zakelijk klinkend. ‘Dat is precies wat ik moest weten. Kom op.’ Terwijl agent Frisbie haar terug de gang in leidde, vroeg Riley zich af... ‘Goed gedaan?’ Wat heb ik dan gedaan? De situatie in de hal was hetzelfde als daarvoor, met een kleine menigte van verbijsterde en geschokte studenten die rondhingen, terwijl agent White toekeek. Maar er waren twee nieuwkomers. Een daarvan was rector Angus Trusler, een kieskeurige en gemakkelijk geagiteerde man die zich onder de studenten mengde en sommigen van hen ertoe probeerde te brengen om hem te vertellen wat er aan de hand was, ondanks het bevel om niet te praten. De andere nieuwkomer was een lange, krachtig ogende oudere man in uniform. Riley herkende hem meteen. Hij was de politiechef van Lanton, Allan Hintz. Riley merkte op dat agent Frisbie er niet verbaasd uitzag om hem te zien, maar ze zag er ook helemaal niet tevreden uit. Met de armen in de zij, zei hij tegen Frisbie: ‘Zou je ons willen vertellen waarom je ons laat wachten, Frisbie?’ Agent Frisbie wierp hem een blik van nauwelijks vermomde minachting toe. Het was Riley duidelijk dat hun werkrelatie op zijn best gezien gespannen was. ‘Ik ben blij te zien dat iemand u uit bed heeft gehaald, meneer,’ zei agent Frisbie. Chef Hintz fronste. Rector Trusler deed zijn best om er net zo gezaghebbend als de politiechef uit te zien, stapte naar voren en sprak scherp met Hintz. ‘Allan, ik ben het niet eens met de manier waarop jij en je mensen hiermee omgaan. Deze arme kinderen zijn genoeg geterroriseerd zonder dat ze gecommandeerd worden. Waar gaat dit allemaal over? Hen te vertellen om te blijven staan en stil te blijven, zonder uitleg te geven? Een aantal wil gewoon terug naar hun kamer en proberen om wat te slapen. Sommigen willen helemaal uit Lanton weg en een tijdje naar hun familie gaan en wie kan hen dat kwalijk nemen? Sommigen vragen zich zelfs af of ze een advocaat in moeten huren. Het is tijd dat je ze vertelt wat je van ze wilt. Ongetwijfeld zijn geen van onze studenten verdachten.’ Terwijl de rector tekeerging, vroeg Riley zich af hoe hij er zo zeker van kon zijn dat de moordenaar hier niet in de gang was. Ze kon zich moeilijk voorstellen dat een van de meisjes zo’n vreselijke misdaad zou begaan. Maar hoe zat het met de jongens? Hoe zat het met een grote stoere spierbal zoals Harry Rampling? Hij of een van de andere jongens zagen er niet uit alsof ze net de keel van een meisje hadden doorgesneden. Maar misschien na een douche en een snelle wissel van kleding ...? Rustig aan zei Riley tegen zichzelf. Laat je verbeelding niet met je op de loop gaan. Maar als het geen student was, wie had er dan in Rhea’s kamer kunnen zijn? Ze worstelde opnieuw om zich te herinneren of ze in de Centaur’s Den iemand anders met Rhea had gezien. Had Rhea met een jongen gedanst? Wat met iemand gedronken? Maar Riley kon nog steeds niets bedenken. Hoe dan ook, zulke vragen leken er niet toe te doen. Chef Hintz hoorde geen woord van wat rector Trusler zei. Agent Frisbie fluisterde tegen hem en liet hem de aantekeningen zien die ze tijdens het gesprek met Riley had gemaakt. Toen ze klaar was, zei Hintz tegen de groep: ‘Ok?, luister goed. Ik wil dat vijf van jullie naar de gemeenschappelijke ruimte komen.’ Hij ratelde de namen op die Riley aan agent Frisbie had gegeven, inclusief die van haar. Toen zei hij: ‘De rest van jullie, ga naar je kamer. Jongens, dat betekent, ga terug naar je eigen verdieping. Iedereen blijft vannacht hier. Ga niet buiten dit gebouw totdat je wat anders te horen krijgt. En maak geen plannen om binnenkort de campus te verlaten. Voor velen van jullie hebben we waarschijnlijk nog vragen.’ Hij wendde zich tot de rector en zei: ‘Zorg ervoor dat alle studenten in het gebouw dezelfde boodschap krijgen.’ De mond van de rector hing nu open van ongenoegen, maar hij slaagde erin om instemmend te knikken. De hal was gevuld met gemompel van verwarde ontevredenheid toen de meisjes gehoorzaam naar hun kamers gingen en de jongens terug naar boven liepen. Chef Hintz en agenten Frisbie en White leidden Riley en haar vier vrienden door de gang. Onderweg kon Riley het niet helpen om een blik in Rhea’s kamer te werpen. Ze zag een glimp van agent Steele die binnen aan het rond kruipen was. Ze kon het bed waar ze Rhea had gevonden niet zien, maar ze was er zeker van dat het lichaam er nog was. Op de een of andere manier voelde dat niet goed. Hoe lang gaat het duren tot ze haar meenemen? vroeg ze zich af. Ze hoopte dat ze haar tenminste bedekt hadden, zodat de vreselijke doorgesneden keel en open ogen aan het oog onttrokken zouden worden. Maar ze veronderstelde dat de onderzoekers belangrijkere dingen hadden om zich mee bezig te houden. En misschien waren ze toch allemaal aan zulke beelden gewend. Ze was ervan overtuigd dat ze de aanblik van een dode Rhea en die plas bloed op de vloer nooit zou vergeten. Riley en de anderen gingen gehoorzaam de goed ingerichte gemeenschappelijke ruimte in en gingen op verschillende stoelen en banken zitten. Chef Hintz zei: ‘Agent Frisbie en ik gaan met elk van jullie individueel praten. Terwijl we dat doen, wil ik niet dat de rest van jullie met elkaar praten. Nog geen woord. Hebben jullie me gehoord?’ Zonder zelfs maar naar elkaar te kijken, knikten de meisjes nerveus. ‘En voor nu, gebruik zelfs je telefoons niet,’ voegde Hintz eraan toe. Weer knikten ze allemaal en zaten toen gewoon naar hun handen, naar de vloer of de ruimte in te staren. Hintz en Frisbie leidden Heather naar de aangrenzende studentenkeuken, terwijl agent White met zijn slappe houding waakzaam bij Riley, Trudy, Cassie en Gina bleef staan. Na enkele ogenblikken verbrak Trudy de stilte. ‘Riley, wat in hemelsnaam -?’ White onderbrak haar: ‘Wees stil. Bevel van de chef.’ De stilte viel weer in, maar Riley zag dat Trudy, Cassie en Gina allemaal naar haar staarden. Ze keek weg. Ze denken dat het mijn schuld is dat ze hier zijn, besefte ze. Toen dacht ze: misschien was het waar, misschien had ze hun namen niet moeten noemen. Maar wat had ze dan moeten doen, tegen een politieagent liegen? Toch haatte Riley de wantrouwende vibes die ze van haar vriendinnen kreeg. En ze kon het ze niet echt kwalijk nemen dat ze die gevoelens naar haar hadden. In wat voor problemen zitten we eigenlijk? vroeg ze zich af. Alleen omdat we samen uit zijn geweest? Ze maakte zich vooral zorgen om Heather, die nog in de keuken was om vragen te beantwoorden. Het arme meisje was heel hecht met haar kamergenoot Rhea geweest. Natuurlijk was dit voor iedereen een nachtmerrie, maar Riley kon zich niet voorstellen hoe moeilijk het voor Heather moest zijn. Al snel hoorden ze de stem van de rector ongemakkelijk over het PA-systeem van de campus stamelen. ‘Dit is rector Trusler. Ik.. ik weet zeker dat jullie inmiddels wel weten dat er net iets vreselijks op de verdieping van de meisjes is gebeurd. Jullie hebben het bevel van politiechef Hintz om vannacht in jullie kamer te blijven en de campus niet te verlaten. Een politieagent of een campusambtenaar kan langs je kamer komen om met je te praten. Zorg ervoor dat je alle vragen beantwoordt. Voor nu mogen jullie de campus morgen ook niet verlaten. Jullie krijgen binnenkort allemaal een aanvullende mededeling.’ Riley herinnerde zich nog iets wat de chef had gezegd... ‘Voor velen van jullie hebben we waarschijnlijk nog vragen.’ Hij begon nu met Riley en de andere vier meisjes. Het begon haar allemaal duidelijk te worden. Ze waren tenslotte kort voordat ze werd vermoord met Rhea samen geweest. Maar wat dacht Hintz dat de meisjes misschien zouden weten? Wat denkt hij dat ?k weet? vroeg ze zich af. Riley kon het zich niet voorstellen. Eindelijk kwam Heather uit de keuken, vergezeld door agent Frisbie. Heather zag er bleek en ziek uit, alsof ze elk moment weer over kon gaan geven. Riley vroeg zich af: waar zou Heather de nacht doorbrengen? Ze kon niet terug naar de kamer die ze met Rhea had gedeeld. Alsof ze Riley’s gedachten kon horen, zei agent Frisbie: ‘Heather gaat de rest van de nacht in de kamer van de RA doorbrengen.’ Heather liep beverig de gemeenschappelijke ruimte uit. Riley was blij te zien dat de bewoners assistent haar bij de deuropening ontmoette. Agent Frisbie riep Gina op om naar de keuken te komen, waar Hintz nog steeds wachtte. Gina stond stijfjes op en volgde de vrouw door de zwaaiende deur, Riley, Trudy en Cassie bleven in een ongemakkelijke stilte achter. Tijdens het wachten leek het voor Riley alsof de tijd was vertraagd. Eindelijk kwam Gina weer terug. Zonder iets tegen de anderen te zeggen, liep ze door de gemeenschappelijke ruimte en de andere deur uit. Toen vroeg agent Frisbie naar Cassie, die vervolgens de keuken in ging. Nu waren alleen Riley en Trudy nog over die tegenover elkaar in een stoel zaten. Terwijl ze wachtten, bleef Trudy Riley boze en verwijtende blikken werpen. Riley wenste dat ze uit kon leggen wat ze tijdens haar korte gesprek met agent Frisbie had gezegd. Ze had alleen een eenvoudige vraag beantwoord. Ze had niemand ervan beschuldigd iets slechts gedaan te hebben. Maar agent White hing nog steeds om hen heen en Riley kon geen enkel woord zeggen. Eindelijk kwam Cassie de keuken uit en ging terug naar haar kamer en daarna werd Trudy naar de keuken geroepen. Riley was nu alleen met agent White en voelde zich ge?soleerd en bang. Met niets om haar af te leiden, bleef ze terug denken aan het lichaam van de arme Rhea, haar wijd open ogen en de plas met bloed. Nu werden die beelden vermengd met de herinneringen aan haar eigen moeder die dood lag, zo lang geleden, maar nog steeds zo vreselijk levendig in haar geest. Hoe kon zoiets hier en nu in een studentenkamer gebeuren? Dit kan niet echt zijn, dacht ze. Natuurlijk zat ze hier niet echt om zich schrap te zetten om vragen te beantwoorden waarop ze onmogelijk de antwoorden kon weten. Natuurlijk was niet een van haar beste vriendinnen net op brute wijze vermoord. Ze had zichzelf bijna van de onwerkelijkheid van het moment overtuigd toen agent Frisbie Trudy de keuken uit leidde. Met een sombere uitdrukking verliet Trudy de gemeenschappelijke ruimte zonder nog een blik op Riley te werpen. Agent Frisbie knikte naar Riley, die opstond en haar gehoorzaam naar de keuken volgde. Dit kan niet echt gebeuren, zei ze tegen zichzelf. HOOFDSTUK VIER Riley ging tegenover Chef Hintz aan de tafel in de keuken zitten. Even staarde de chef haar recht aan en hield hij zijn potlood boven een notitieblok. Riley vroeg zich af of ze iets moest zeggen. Ze keek op en zag dat agent Frisbie een positie aan de zijkant had ingenomen en tegen het aanrecht leunde. De vrouw had een nogal zure uitdrukking op haar gezicht, alsof ze niet erg blij was met de ondervragingen. Riley vroeg zich af of Frisbie ge?rriteerd was door de antwoorden van de meisjes of door de manier waarop haar baas vragen had gesteld. Eindelijk zei de chef: ‘Om te beginnen, heeft het slachtoffer je ooit het idee gegeven om te denken dat ze voor haar veiligheid vreesde?’ Riley was door dat woord geschokt... Slachtoffer. Waarom kon hij haar niet gewoon Rhea noemen? Maar ze moest zijn vraag beantwoorden. Haar geest snelde terug naar recente gesprekken, maar ze herinnerde zich alleen onschuldige uitwisselingen zoals die zij en Trudy en Rhea eerder vanavond hadden gehad over het feit of Riley aan de pil was. ‘Nee,’ zei Riley. ‘Was er iemand die haar iets aan wilde doen? Was er iemand kwaad op haar?’ Het hele idee leek Riley vreemd. Rhea was.. was.. zo leuk en vriendelijk geweest dat Riley zich niet voor kon stellen dat iemand langer dan een paar minuten boos op haar kon zijn. Maar vroeg ze zich af... Heb ik signalen gemist? En hadden de andere meisjes Hintz iets verteld wat Riley zelf niet wist? ‘Nee,’ zei Riley. ‘Ze kon met vrijwel iedereen overweg, voor zover ik weet.’ Hintz zweeg even. Toen zei hij: ‘Vertel ons eens wat er gebeurde toen jij en je vriendinnen in de Centaur’s Den aankwamen.’ Een golf van sensaties kwam terug bij Riley. Rhea en Trudy die haar fysiek door de deur duwden in de dikke mist van sigarettenrook en de oorverdovende muziek... Moest ze dat allemaal vertellen? Nee, Hintz wilde beslist alleen maar de harde feiten horen. Ze zei: ‘Cassie, Heather en Gina liepen meteen naar de bar. Trudy wilde dat ik met haar en Rhea zou dansen.’ Hintz bekeek de notities die hij van de andere meisjes gemaakt had, die hem natuurlijk hadden verteld wat ze over Riley’s acties hadden geweten, inclusief het feit dat Riley hen achter had gelaten om naar beneden te gaan. ‘Maar je hebt niet met ze gedanst,’ zei hij. ‘Nee,’ zei Riley. ‘Waarom niet?’ Riley schrok. Wat had haar terughoudendheid om te dansen ermee te maken? Toen zag ze dat agent Frisbie haar een sympathieke blik gaf en haar hoofd schudde. Het leek nu duidelijk dat de vrouw dacht dat Hintz nogal een klootzak was, maar er was echt niets dat ze eraan kon doen. Riley zei langzaam en voorzichtig: ‘Ik was... nou, ik was niet echt in een feeststemming. Ik had geprobeerd om te studeren en Rhea en Trudy hadden me daar zowat naar toe gesleept. Dus heb ik een glas wijn besteld en ben ik naar beneden gelopen.’ ‘Alleen?’ vroeg Hintz. ‘Ja, alleen. Ik ben alleen in een zithoekje gaan zitten.’ Hintz bladerde door zijn aantekeningen. ‘Je hebt dus met niemand anders gesproken toen je in de Centaur’s Den was?’ Riley dacht even na en zei toen: ‘Nou, Harry Rampling is naar mijn tafel gekomen...’ Hintz glimlachte een beetje bij het horen van Harry’s naam. Riley besefte dat, net als het grootste deel van de gemeenschap, de chef waarschijnlijk een behoorlijke hoge dunk van de quarterback van de school had. Hij vroeg: ‘Is hij bij je komen zitten?’ ‘Nee,’ zei Riley. ‘Ik heb hem afgepoeierd.’ Hintz fronste met afkeuring, blijkbaar ge?rriteerd dat een meisje het slechte oordeel zou hebben om een echte held als Harry Rampling af te wijzen. Riley begon zich een beetje ge?rriteerd te voelen. Wat had Hintz eigenlijk met haar smaak in jongens te maken? Wat had het te maken met wat er met Rhea was gebeurd? Hintz vroeg: ‘Heb je nog met iemand anders gesproken?’ Riley slikte. Ja, ze had met iemand anders gesproken. Maar zou ze de man in de problemen brengen door over hem te praten? Ze zei: ‘Eh... een rechtenstudent is naar mijn zithoek gekomen. Hij is bij me komen zitten en we hebben een tijdje gepraat.’ ‘En toen?’ vroeg Hintz. Riley haalde haar schouders op. ‘Hij zei dat hij moest studeren en toen is hij weggegaan.’ Hintz noteerde wat aantekeningen. ‘Wat was zijn naam?’ vroeg hij. Riley zei: ‘Luister, ik begrijp niet waarom hij belangrijk is. Hij was gewoon een of andere jongen in de Centaur’s Den. Er is geen reden om te denken dat-’ ‘Beantwoord gewoon mijn vraag.’ Riley slikte hard en zei: ‘Ryan Paige.’ ‘Had je hem al eerder ontmoet?’ ‘Nee.’ ‘Weet je waar hij woont?’ ‘Nee.’ Riley was eventjes blij dat Ryan erin geslaagd was zichzelf zo mysterieus te houden, zonder haar zelfs maar zijn adres of telefoonnummer te geven. Ze zag geen reden waarom ze ?berhaupt vragen over hem zou moeten beantwoorden en ze wilde hem zeker niet in de problemen brengen. Het leek bijna stom dat Hintz haar erover onder druk bleef zetten. En Riley zag aan de manier waarop agent Frisbie met haar ogen rolde dat ze er hetzelfde over dacht. Hintz tikte met zijn potloodgum tegen de tafel en vroeg: ‘Heb je Rhea Thorson met iemand in het bijzonder in de Centaur’s Den gezien? Afgezien van de vriendinnen met wie jullie waren, bedoel ik?’ Riley begon zich meer gefrustreerd dan nerveus te voelen. Had Hintz helemaal niets begrepen van wat ze had gezegd? ‘Nee,’ zei ze. ‘Zoals ik al zei, ben ik alleen vertrokken. Ik heb Rhea daarna helemaal niet meer gezien.’ Hintz bleef met zijn gum tikken en naar zijn aantekeningen kijken. Hij vroeg: ‘Betekent de naam Rory Burdon iets voor je?’ Riley dacht snel na. Rory... Ja, de voornaam was in ieder geval wel bekend. Ze zei: ‘Rhea leek nogal in hem ge?nteresseerd te zijn, denk ik. Ik heb haar een paar andere keren met hem in de Centaur’s Den zien dansen.’ ‘Maar vanavond niet?’ Riley hield een zucht tegen. Ze wilde zeggen... Hoe vaak moet ik je nog vertellen dat ik Rhea helemaal niet meer heb gezien, nadat ik daar aankwam? In plaats daarvan zei ze eenvoudig: ‘Nee.’ Ze dacht dat Rory er vanavond ook wel was geweest en dat de andere meisjes Hintz hadden verteld dat ze Rhea om hem heen hadden zien hangen. ‘Wat weet je over hem?’ vroeg Hintz. Riley zweeg even. Het beetje dat ze wist, leek te onbelangrijk om te noemen. Rory was een lange, magere, rare gozer met een bril met dikke glazen en alle meisjes behalve Riley hadden Rhea geplaagd, omdat ze in hem ge?nteresseerd was. Ze zei: ‘Niet veel, behalve dat hij ergens buiten de campus woont.’ Ze besefte dat Hintz haar weer aan zat te staren, alsof hij verwachtte dat ze nog iets zou zeggen. Beschouwt Hintz hem als een verdachte? vroeg ze zich af. Riley was ervan overtuigd dat de chef er ver naast zat als hij Rory als verdachte zag. Ze zag hem als verlegen en zachtaardig, niet in het minst agressief. Ze stond op het punt dit tegen Hintz te zeggen, maar de politiechef wierp een blik op de papieren die voor hem lagen en ging verder met zijn vragen. ‘Wanneer ben je bij de Centaur’s Den vertrokken?’ vroeg hij. Riley deed de beste gok die ze over de tijd kon maken; het was behoorlijk laat geweest. Toen zei Hintz: ‘Heb je voordat je vertrok nog een van je vriendinnen gezien?’ Riley herinnerde zich de meisjes die de trap af strompelden en hoe Trudy de kan bier droeg toen ze vroeg... ‘H?, Riley! Wie was die knappe vent?’ Riley zei: ‘Trudy, Heather, Gina en Cassie kwamen allemaal naar beneden. Ze zeiden dat Rhea al weg was. Toen ben ik weggegaan.’ Terwijl Hintz aantekeningen maakte, begon Riley’s hoofd zich met haar eigen vragen te vullen. Ze herinnerde zich dat ze had gevraagd waar Rhea was en dat Trudy zei... ‘Ik weet niet. Waar is Rhea?’ ... en toen had Heather gezegd... ‘Rhea is terug naar de campus gegaan.’ Riley vroeg zich af wat Heather of een van de andere meisjes over het vertrek van Rhea wisten? Wisten ze of ze de Centaur’s Den alleen had verlaten of niet? En wat hadden ze Hintz hierover verteld? Riley wenste dat ze het kon vragen, maar wist dat ze het niet moest doen. ‘Ben je alleen uit het caf? weggegaan?’ vroeg Hintz. ‘Ja,’ zei Riley. ‘En je bent helemaal alleen naar de campus teruggelopen?’ ‘Ja.’ Hintz’s frons werd dieper toen hij haar aanstaarde. ‘Weet je zeker dat dat verstandig was? De school biedt een begeleidingsservice voor het ‘s nachts oversteken van de campus. Waarom heb je die niet gebeld?’ Riley slikte. Dit leek haar de eerste echt goede vraag die Hintz tot nu toe had gesteld. Ze zei: ‘Ik denk dat ik me altijd veilig heb gevoeld wanneer ik ‘s nachts over de campus liep. Maar nu...’ Haar stem vervaagde. Nu zijn de dingen heel anders, dacht ze. Hintz fronste opnieuw. ‘Nou, ik hoop dat je in de toekomst beter nadenkt. Vooral als je te veel gedronken hebt.’ Riley’s ogen werden groot. ‘Ik heb maar ??n glas wijn gedronken,’ zei ze. Hintz keek haar met samengeknepen ogen aan. Ze zag aan zijn gezichtsuitdrukking dat hij dacht dat ze loog. De andere meisjes moeten wel hebben toegegeven dat ze veel hadden dronken en hij ging ervan uit dat Riley dat ook had gedaan. Ze verafschuwde zijn houding, maar ze zei snel tegen zichzelf dat wat Hintz van haar dacht nu niet uitmaakte. Het zou stom en kleingeestig van haar zijn om er kwaad over te worden. Hintz bleef dingen noteren en zei: ‘Dat is alles, voor nu. Je moet je aan dezelfde regels houden als alle anderen op de campus. Blijf vannacht in je kamer. Ga niet van de campus af totdat je een andere melding krijgt. Misschien willen we je binnenkort meer vragen stellen.’ Riley schrok vreemd genoeg. Was dit het? vroeg ze zich af. Was de ondervraging echt afgelopen? Omdat ze zelf zeker nog vragen had, ook al had Hintz die niet. E?n vraag in het bijzonder was in haar hoofd opgekomen sinds ze Rhea’s lichaam ontdekt had. Ze herinnerde zich dat ze Rhea’s schemerige kamer binnenstapte en haar doorgesneden keel en haar wijd open ogen zag, maar ze was niet gestopt om echt goed naar haar lichaam te kijken. Met een haperende stem zei ze tegen Hintz... ‘Zou u me kunnen vertellen... weet u...’ Ze realiseerde zich plotseling hoe moeilijk het zou zijn om de vraag te stellen. Ze vervolgde: ‘Voordat ze stierf... voordat ze vermoord werd... was Rhea...?’ Ze kon zichzelf er niet toe brengen om het woord te zeggen... Verkracht. En aan de lege gezichtsuitdrukking van Hintz kon Riley zien dat hij echt niet begreep wat ze probeerde te vragen. Gelukkig begreep agent Frisbie het wel. Ze zei: ‘Ik kan het niet met zekerheid zeggen, de patholoog-anatoom is nog steeds onderweg. Maar ik denk niet dat ze seksueel misbruikt is. Het leek er voor mij op dat haar kleren tijdens de aanval niet verstoord zijn.’ Riley ademde iets gemakkelijker en gaf Frisbie een blik van stille dankbaarheid. De vrouw knikte lichtjes en Riley verliet de keuken. Terwijl Riley de gemeenschappelijke ruimte uitliep, vroeg ze zich opnieuw af wat de andere meisjes Hintz hadden verteld. Bijvoorbeeld of Rhea het caf? alleen had verlaten of niet. Wisten ze iets over wat er met Rhea was gebeurd dat Riley niet wist? Ze waren tenslotte bij haar geweest tot ze had besloten om te vertrekken. Toen Riley door de gang liep, zag ze dat de campuspolitie buiten Rhea’s kamerdeur stond, die nu met politielint af was gezet. Ze huiverde bij de gedachte dat het lichaam van Rhea daar nog steeds lag, in afwachting van de komst van de patholoog-anatoom. Riley kon zich moeilijk voorstellen dat er ooit nog iemand in die kamer zou slapen, maar het zou natuurlijk niet voor altijd leeg blijven. Riley opende de deur naar haar kamer, die van binnen donker was, behalve het licht dat vanuit de gang naar binnen viel. Ze zag Trudy zich in haar bed met haar gezicht naar de muur draaien. Ze is nog wakker, dacht Riley. Misschien konden ze nu praten en kon Riley wat antwoorden op haar vragen krijgen. Riley sloot de deur en ging op haar eigen bed zitten en zei: ‘Trudy, ik vroeg me af of we misschien over onze ondervragingen konden praten.’ Met haar gezicht nog steeds naar de muur gedraaid, antwoordde Trudy... ‘We mogen er niet over praten.’ Riley schrok van de scherpe, ijzige toon van Trudy’s stem. ‘Trudy, ik denk niet dat dat waar is, althans niet meer. Hintz heeft zoiets tegen mij niet gezegd.’ ‘Ga gewoon slapen,’ zei Trudy. Trudy’s woorden sneden pijnlijk door Riley. En plotseling, voor het eerst, voelde Riley tranen in haar ogen opwellen en een snik steeg vanuit haar keel omhoog. Het was al erg genoeg dat Rhea op brute wijze vermoord was. Nu was haar beste vriendin boos op haar. Riley ging onder de dekens liggen. Tranen liepen over haar gezicht toen er iets in haar begon te dagen... Haar leven was voor altijd veranderd. Ze kon zich nog niet voorstellen hoe. HOOFDSTUK VIJF De volgende ochtend zat Riley, samen met andere somber uitziende studenten in het auditorium van de universiteit. Hoewel de algemene gemoedstoestand van de campus nogal down was, vroeg ze zich toch af of iedereen zich zo ellendig voelde als zij. Ze vond dat een aantal van hen er eerder ge?rgerd dan verdrietig uitzagen. Een paar studenten leken nerveus, alsof ze bang waren van elke beweging om hen heen. Hoe komen we ooit over zoiets heen? vroeg ze zich af. Maar natuurlijk had niet iedereen een goede band met Rhea gehad. Niet iedereen had haar gekend. Ze zouden zeker geschokt zijn bij de gedachte aan een moord op de campus, maar voor velen van hen zou het niet persoonlijk zijn. Voor Riley was het persoonlijk. Ze kon de afschuw niet van zich afschudden die haar had getroffen bij het zien van Rhea’s... Ze kon zichzelf niet laten denken aan de woorden die ze nodig had. Ze kon haar vriendin nog niet als een lijk beschouwen, ondanks wat ze gisteravond had gezien. De bijeenkomst van de campus leek vandaag volledig losgekoppeld van wat er was gebeurd. Het leek zich ook voor eeuwig voort te slepen, waardoor ze zich nog slechter voelde. Chef Hintz was net klaar met het geven van een strenge preek over veiligheid op de campus en beloofde dat de moordenaar snel gepakt zou worden en nu ging rector Trusler maar door en door over hoe het hier op de Lanton University weer normaal zou worden. Veel succes ermee, dacht Riley. De lessen van vandaag waren geannuleerd, zei Trusler, maar ze zouden op maandag hervat worden. Hij zei dat hij het begreep als sommige studenten zich misschien niet klaar voelden om zo snel weer naar de lessen te gaan en ook als sommigen misschien een paar dagen naar huis wilden om bij hun familie te zijn en dat de schoolbegeleiders klaar stonden om iedereen met dit vreselijke trauma te helpen, en... en... en... Riley sloot zich af en onderdrukte een geeuw terwijl de rector ernstig door ratelde, zonder iets nuttigs te zeggen wat haar betreft. Ze had gisteravond nauwelijks geslapen. Ze was net in slaap gevallen toen het team van de patholoog-anatoom luidruchtig arriveerde. Vervolgens stond ze in stil afgrijzen in haar deuropening te kijken terwijl het team een met een laken bedekte vorm op een brancard wegvoerde. Natuurlijk, dacht ze, kan dat niet iemand zijn die uren geleden nog lachte en danste. Dat kan niet echt Rhea zijn. Riley had daarna helemaal niet meer geslapen. Ze kon niet anders dan jaloers zijn op Trudy, die de hele nacht buiten westen leek te zijn. Waarschijnlijk, vermoedde Riley, van alle alcohol die ze eerder had gedronken. Vanmorgen vroeg had de studenten-assistent deze bijeenkomst via de intercom aangekondigd. Trudy had nog in bed gelegen toen Riley vertrok. Toen Riley naar de bijeenkomst was gekomen, had ze Trudy nergens in het auditorium gezien. Riley keek nu rond, maar zag haar nog steeds niet. Misschien lag ze nog in bed. Ze mist niet veel, dacht Riley. Ze zag Heather, Rhea’s huisgenoot ook nergens. Maar Gina en Cassie zaten een paar rijen voor haar. Ze hadden Riley rakelings gepasseerd op weg naar de bijeenkomst, blijkbaar nog steeds boos op haar, omdat ze hun namen aan de politie had gegeven. Gisteravond had Riley begrepen waarom ze zich zo zouden voelen, maar nu begon het kinderachtig te lijken. Het was ook ontzettend pijnlijk. Ze vroeg zich af of haar vriendschappen zich ooit zouden herstellen. Op dit moment leek dat ‘normaal’ waar de rector over sprak voor altijd verdwenen. Eindelijk kwam de bijeenkomst tot een einde. Terwijl de studenten het gebouw uitkwamen, stonden er buiten verslaggevers te wachten. Ze gingen meteen op Gina en Cassie af en stelden hen allerlei vragen. Riley vermoedde dat ze erin geslaagd waren om erachter te komen wie Rhea’s metgezellen die nacht v??r haar moord waren geweest. Als dat zo was, dan wisten ze waarschijnlijk ook van Riley. Maar tot nu toe hadden ze haar nog niet gezien. Misschien was het een geluk dat Gina en Cassie Riley vanmorgen hadden afgewimpeld. Anders had ze daar bij hen gestaan en vastgezeten aan het beantwoorden van onmogelijke vragen. Riley versnelde haar pas om de verslaggevers te ontwijken en zich een weg tussen de andere studenten door te banen. Terwijl ze wegliep, hoorde ze de verslaggevers Gina en Cassie steeds opnieuw met dezelfde vraag bestoken... ‘Hoe voel je je?’ Riley voelde een prikkeling van woede. Wat is dat nou voor een vraag? vroeg ze zich af. Wat verwachtten ze dat Gina en Cassie zouden antwoorden? Riley had geen idee wat ze zelf zou zeggen, behalve misschien de verslaggevers te zeggen haar verdomme met rust te laten. Ze werd nog steeds met verwarde en vreselijke gevoelens overspoeld; verdovende shock, aanhoudend ongeloof, knagende afschuw en nog veel meer. Het ergste gevoel van alles was een soort schuldige opluchting dat zij het lot van Rhea niet had ontmoet. Hoe konden zij of haar vriendinnen dit onder woorden brengen? Wat had een ander daar eigenlijk mee te maken om dat aan hen te vragen? Riley was bij de cafetaria van de studentenvereniging aangekomen. Ze had nog geen ontbijt gegeten en begon zich net te realiseren dat ze honger had. Bij het buffet pakte ze spek en eieren en schonk voor zichzelf wat sinaasappelsap en koffie in. Toen keek ze rond op zoek naar een zitplaats. Haar oog viel al snel op Trudy, die alleen aan een tafel zat, haar ontbijt zat te eten, met haar rug naar de anderen in de ruimte gekeerd. Riley slikte nerveus. Had ze het lef om bij Trudy aan tafel te gaan zitten? Zou Trudy zelfs maar met haar praten? Ze hadden sinds gisteravond geen woord meer gewisseld toen Trudy Riley bitter had verteld om te gaan slapen. Riley verzamelde al haar moed en manoeuvreerde zich een weg door de ruimte naar Trudy’s tafeltje. Zonder iets te zeggen zette ze haar dienblad op de tafel en ging naast haar kamergenoot zitten. Trudy hield even haar hoofd omlaag, alsof ze Riley’s aanwezigheid niet had opgemerkt. Ten slotte zei Trudy zonder naar Riley te kijken: ‘Ik had besloten om de bijeenkomst over te slaan. Hoe was het?’ ‘Het was klote,’ zei Riley. ‘Ik had het ook moeten overslaan.’ Ze dacht even na en voegde eraan toe: ‘Heather was er ook niet.’ ‘Nee,’ zei Trudy. ‘Ik hoorde dat haar ouders vanmorgen zijn gekomen en haar meteen mee naar huis hebben genomen. Ik denk dat niemand weet wanneer ze weer naar school terugkomt en ?f ze ?berhaupt nog terug zal komen.’ Trudy keek eindelijk naar Riley en zei: ‘Heb je gehoord wat er met Rory Burdon is gebeurd?’ Riley herinnerde zich hoe Hintz haar vannacht naar Rory had gevraagd. ‘Nee,’ zei ze. ‘De politie stond gisteravond laat op de deur van zijn appartement te bonken. Rory had geen idee wat er aan de hand was. Hij wist niet eens wat er met Rhea was gebeurd. Hij was doodsbang dat hij gearresteerd zou worden en hij wist niet eens waarom. De politie heeft hem ondervraagd totdat ze er uiteindelijk achter kwamen dat hij niet de dader was en zijn toen vertrokken.’ Trudy haalde lichtjes haar schouders op en voegde eraan toe: ‘Die arme gozer. Ik had zijn naam niet aan die stomme politiechef moeten geven. Maar hij bleef maar al die vragen stellen, ik wist niet wat ik anders moest zeggen.’ Er viel een stilte tussen hen. Riley merkte dat ze aan Ryan Paige moest denken en hoe ze zijn naam aan Hintz had gegeven. Had de politie Ryan gisteravond ook een bezoekje gebracht? Het leek niet onwaarschijnlijk, maar Riley hoopte van niet. Hoe dan ook, ze voelde zich opgelucht dat Trudy tenminste bereid was om met haar te praten. Misschien zou Riley het nu kunnen uitleggen. Ze zei langzaam: ‘Trudy, toen de politie daar aankwam, vroeg die vrouwelijke agent me wat ik wist en ik kon er niet over liegen. Ik moest vertellen dat je gisteravond met Rhea uit was geweest. Ik moest haar ook over Cassie, Gina en Heather vertellen.’ Trudy knikte. ‘Ik snap het, Riley. Je hoeft het niet uit te leggen. Ik begrijp het. En het spijt me … Het spijt me dat ik je behandeld heb als een...’ Opeens begon Trudy stilletjes te huilen, haar tranen vielen vrijuit op het dienblad met haar ontbijt. Ze vroeg: ‘Riley, was het mijn schuld? Wat er met Rhea is gebeurd, bedoel ik.’ Riley kon haar oren nauwelijks geloven. ‘Waar heb je het over, Trudy? Natuurlijk niet. Hoe kan het jouw schuld zijn?’ ‘Nou, ik was gisteravond zo stom en dronken en ik lette niet op wat er om me heen gebeurde en ik weet niet eens meer wanneer Rhea de Centaur’s Den verliet. De andere meiden zeiden dat ze alleen was vertrokken. Misschien als ik...’ Trudy’s stem vervaagde, maar Riley wist wat ze onuitgesproken liet... ‘... misschien als ik gewoon met Rhea mee naar huis was gelopen.’ En ook Riley voelde zich vreselijk schuldig. Ze zou zichzelf tenslotte dezelfde vraag kunnen stellen. ?ls ze niet alleen vanuit de Centaur’s Den was vertrokken en ?ls ze er was geweest toen Rhea zich klaarmaakte om weg te gaan en ?ls ze had aangeboden om met Rhea mee naar huis te lopen... Dat woord: als... Riley had nooit beseft hoe naar een woord zou kunnen zijn. Trudy bleef zachtjes huilen en Riley wist niet wat ze kon doen om haar zich beter te laten voelen. Ze vroeg zich half af waarom ze zelf niet huilde. Natuurlijk had ze gisteravond in haar eigen bed gehuild. Maar ze had toch echt nog niet genoeg gehuild, niet om zoiets vreselijks. Er was vast nog meer gehuil voor haar in petto. Ze zat aan haar ontbijt te plukken terwijl Trudy haar ogen afveegde, haar neus snoot en een beetje tot rust kwam. Trudy zei: ‘Riley, ik vraag me steeds af w??rom? Waarom Rhea bedoel ik? Was het iets persoonlijks? Haatte iemand haar genoeg om haar te vermoorden? Ik zie niet eens in hoe dat mogelijk is. Niemand haatte Rhea. Waarom zou iemand Rhea haten?’ Riley gaf geen antwoord, maar ze vroeg zich hetzelfde af. Ze vroeg zich ook af of de politie al antwoorden gevonden had. Trudy vervolgde: ‘En was het iemand die we kennen die haar vermoord heeft? Is een van ons misschien de volgende? Riley, ik ben bang.’ En weer gaf Riley geen antwoord. Ze was er echter zeker van dat Rhea haar moordenaar had gekend. Ze wist niet waarom ze het zeker wist. Het was niet alsof ze politieagent was ofzo of echt iets over criminelen wist. Maar iets in haar onderbuik vertelde haar dat Rhea haar moordenaar had gekend en had vertrouwd, tot het te laat was om zichzelf te redden. Trudy keek Riley doordringend aan en zei toen: ‘Jij lijkt niet bang te zijn.’ Riley voelde zich onthutst. Voor het eerst drong het tot haar door... Nee, ik ben niet bang. Ze had elke andere vreselijke emotie in de wereld gevoeld, schuld, verdriet, shock en ja, afschuw. Maar haar afgrijzen verschilde op de een of andere manier met de angst voor haar eigen leven. De afschuw die ze voelde was voor Rhea zelf, afschuw over het verschrikkelijke van wat haar was overkomen. Maar Riley was niet bang. Ze vroeg zich af of het kwam door wat er al die jaren geleden met haar moeder was gebeurd, het geluid van dat schot, de aanblik van al dat bloed, het onbegrijpelijke verlies waar ze zelfs vandaag nog mee worstelde? Had het ergste trauma dat ze ooit had meegemaakt, haar sterker gemaakt dan andere mensen? Om de een of andere reden hoopte ze bijna van niet. Het leek niet helemaal goed om zo sterk te zijn, sterk op manieren die andere mensen niet waren. Het leek gewoon niet helemaal... Het kostte Riley een paar seconden om het woord te vinden. Menselijk. Ze huiverde een beetje en zei toen tegen Trudy: ‘Ik ga terug naar de kamer. Ik moet echt wat slapen. Ga je mee?’ Trudy schudde haar hoofd. ‘Ik wil hier gewoon een tijdje zitten’, zei ze. Riley stond op van haar stoel en gaf Trudy een snelle knuffel. Toen maakte ze het dienblad met haar ontbijt leeg en verliet de studentenvereniging. Het was geen lange wandeling terug naar de studentenkamer en ze was opgelucht dat ze onderweg geen verslaggevers zag. Toen ze bij de voordeur van het studentenhuis aankwam, wachtte ze even. Nu drong het tot haar door waarom Trudy nu niet met haar mee terug had willen komen. Ze was er gewoon nog niet klaar voor om het studentenhuis weer onder ogen te zien. Toen Riley voor de deur stond, kreeg zij er ook een raar gevoel van. Natuurlijk had ze de nacht hier doorgebracht. Ze woonde hier. Maar na enige tijd buiten te hebben doorgebracht, waar een terugkeer naar normaliteit was verklaard, was z? er wel klaar voor om terug te gaan naar het gebouw waar Rhea vermoord was? Ze haalde diep adem en liep door de voordeur naar binnen. Eerst dacht ze dat ze zich goed voelde. Maar toen ze door de gang liep, werd het vreemde gevoel dieper. Riley had het gevoel alsof ze onder water liep en bewoog. Ze liep regelrecht naar haar eigen kamer en stond op het punt de deur te openen toen haar ogen naar de kamer in de gang werden getrokken, de kamer die Rhea en Heather gedeeld hadden. Ze liep ernaartoe en zag dat de deur was afgesloten en verzegeld met politielint. Riley stond daar en voelde zich plotseling vreselijk nieuwsgierig. Hoe zag het er daar nu uit? Was de kamer schoongemaakt sinds ze hem voor het laatst had gezien? Of lag het bloed van Rhea daar nog? Riley werd door een vreselijke verleiding gegrepen om het lint te negeren, die deur te openen en naar binnen te lopen. Ze wist beter dan aan die verleiding toe te geven. En natuurlijk zou de deur op slot zijn. Maar toch … Waarom voel ik me zo? Ze stond daar en probeerde deze mysterieuze drang te begrijpen. Ze begon zich te realiseren dat het iets met de moordenaar zelf te maken had. Ze kon het niet helpen om te denken... Als ik die deur open, dan kan ik in zijn gedachten kijken. Het sloeg natuurlijk nergens op. En het was echt een angstaanjagend idee om in een kwade geest te kijken. Waarom? bleef ze zich afvragen. Waarom wilde ze de moordenaar begrijpen? Waarom voelde ze in vredesnaam zo’n onnatuurlijke nieuwsgierigheid? Voor het eerst sinds dit hele vreselijke iets gebeurd was, voelde Riley zich opeens heel bang... ... niet v??r zichzelf, maar v?n zichzelf. HOOFDSTUK ZES De volgende maandagochtend voelde Riley zich zwaar ongemakkelijk toen ze op haar stoel gleed voor haar geavanceerde psychologieles. Het was tenslotte de eerste les waaraan ze deelnam sinds Rhea’s moord van vier dagen geleden. Het was ook de les waarvoor ze had geprobeerd te studeren voordat zij en haar vriendinnen naar de Centaur’s Den waren gegaan. Het werd vandaag schaars bezocht. Veel studenten hier bij Lanton voelden zich nog niet klaar om weer aan het studeren te gaan. Trudy was er ook, maar Riley wist dat haar kamergenoot zich ook ongemakkelijk voelde bij deze haast om weer ‘normaal’ te worden. De andere studenten waren allemaal ongewoon stil toen ze hun plaats innamen. Het zien van professor Brant Hayman die de kamer binnenkwam, stelde Riley wat meer op haar gemak. Hij was jong en knap op een corduroy geklede academische manier. Ze herinnerde zich dat Trudy tegen Rhea zei... ‘Riley maakt graag indruk op professor Hayman. Ze heeft een oogje op hem.’ Riley kromp ineen bij de herinnering. Ze wilde zeker niet denken dat ze een ‘oogje’ op hem had. Het was alleen dat ze toen ze een eerstejaars student was ze voor het eerst bij hem had gestudeerd. Hij was toen nog geen professor geweest, alleen student-assistent. Ze vond toen al dat hij een geweldige leraar was. Informatief, enthousiast en soms vermakelijk. Vandaag was de uitdrukking van Dr. Hayman ernstig toen hij zijn aktetas op zijn bureau zette en naar de studenten keek. Riley besefte dat hij meteen ter zake zou komen. Hij zei: ‘Luister, er is een olifant in deze kamer. We weten allemaal wat het is. We moeten de lucht klaren. We moeten het openlijk bespreken.’ Riley hield haar adem in. Ze was ervan overtuigd dat ze wat er nu ging gebeuren niet leuk zou vinden. Toen zei Hayman... ‘Kende iemand hier Rhea Thorson? Niet alleen als kennis, niet alleen als iemand die je soms op de campus tegenkomt. Echt goed kennen, bedoel ik. Als een vriendin.’ Riley stak voorzichtig haar hand op en Trudy ook. Niemand anders in de klas deed dat. Hayman vroeg toen: ‘Wat voor soort gevoelens hebben jullie door moeten maken sinds ze vermoord werd?’ Riley kromp een beetje ineen. Het was tenslotte dezelfde vraag die ze de verslaggevers vrijdag aan Cassie en Gina had horen stellen. Riley was erin geslaagd om de verslaggevers te ontwijken, maar moest ze die vraag nu wel beantwoorden? Ze herinnerde zichzelf eraan dat dit een psychologieles was. Ze waren hier om dit soort vragen te behandelen. En toch vroeg Riley zich af... Waar moet ik beginnen? Ze was opgelucht toen Trudy begon te praten. ‘Schuldig. Ik had het kunnen voorkomen. Ik was samen met haar in de Centaur’s Den voordat het gebeurde. Ik merkte het niet eens toen ze wegging. Als ik maar gewoon met haar mee naar huis was gelopen... ‘ Trudy’s stem stierf weg. Riley verzamelde de moed om te spreken. ‘Ik voel hetzelfde,’ zei ze. ‘Ik ben in mijn eentje gaan zitten toen we allemaal in de Den kwamen en ik heb geen aandacht aan Rhea besteed. Misschien als ik...’ Riley zweeg even en voegde eraan toe: ‘Dus ik voel me ook schuldig. En nog iets. Ego?stisch, denk ik. Omdat ik alleen wilde zijn.’ Dr. Hayman knikte. Met een sympathieke glimlach zei hij: ‘Dus geen van beiden is met Rhea mee naar huis gelopen.’ Na een pauze voegde hij eraan toe: ‘Een zonde van verzuim.’ Riley schrok een beetje van de uitspraak. Het leek vreemd genoeg ongeschikt voor wat Riley en Trudy hadden verzuimd om te doen. Het klonk te goedaardig, lang niet dringend genoeg, nauwelijks een kwestie van leven en dood. Maar het was natuurlijk waar; voor hoe het was ge?indigd. Hayman keek naar de rest van de klas. ‘Hoe zit het met de rest van jullie? Heb je ooit hetzelfde gedaan of niet gedaan in een vergelijkbare situatie? Heb je ooit, zullen we zeggen, een vriendin ‘s nachts ergens alleen heen laten lopen terwijl je eigenlijk met haar mee naar huis had moeten lopen? Of misschien heb je gewoon iets verwaarloosd om te doen dat misschien belangrijk voor de veiligheid van iemand anders was geweest? Iemands autosleutels niet afgepakt als ze te veel gedronken hadden? Een situatie genegeerd die tot letsel of zelfs de dood heeft geleid?’ Een verward gemompel kwam bij de studenten vandaan. Riley besefte dat het echt een moeilijke vraag was. Als Rhea niet vermoord was, dan zouden Riley en Trudy namelijk nooit meer aan hun ‘zonde van verzuim’ hebben gedacht. Dat zouden ze helemaal vergeten. Het was nauwelijks een verrassing dat ten minste een aantal studenten het moeilijk vonden om het zich op welke manier dan ook te herinneren. En de waarheid was dat Riley het ook niet met zekerheid over zichzelf kon herinneren. Waren er andere keren geweest dat ze had verzuimd om op iemands veiligheid te letten? Was ze misschien verantwoordelijk geweest voor de dood van anderen of was het gewoon dom geluk geweest? Na enkele ogenblikken gingen er verschillende terughoudende handen omhoog. Toen zei Hayman: ‘En de rest van jullie? Hoeveel van jullie kunnen het zich gewoon niet met zekerheid herinneren?’ Bijna alle andere studenten staken hun hand op. Hayman knikte en zei: ‘Ok? dan. De meesten van jullie hebben misschien ooit dezelfde fout gemaakt. Dus hoeveel van de mensen hier voelen zich schuldig voor de manier waarop ze gehandeld hebben of voor wat ze waarschijnlijk hadden moeten doen, maar niet gedaan hebben?’ Er was meer verward gemompel en zelfs een paar die naar adem snakten. ‘Wat?’ vroeg Hayman. ‘Niemand? Waarom niet?’ Een meisje stak haar hand op en stamelde: ‘Nou... het was anders, omdat... ik denk, omdat... er niemand vermoord is, denk ik.’ Er was een algemeen gemompel van instemming. Riley zag dat er een andere man het klaslokaal binnen was gestapt. Het was Dr. Dexter Zimmerman, de voorzitter van de Psychologie afdeling. Zimmerman leek net buiten de deur naar de discussie te hebben staan luisteren. Ze had het vorige semester een vak bij hem gehad - sociale psychologie. Hij was een oudere, verfomfaaide, vriendelijk ogende man. Riley wist dat dr. Hayman tegen hem opkeek als naar een mentor. Eigenlijk aanbad hij hem bijna. Veel studenten deden dat ook. Riley’s gevoelens over professor Zimmerman waren meer een mengeling. Hij was een inspirerende leraar geweest, maar op de een of andere manier had ze geen band met hem zoals de meeste anderen. Ze wist niet precies waarom niet. Hayman legde de klas uit: ‘Ik heb Dr. Zimmerman gevraagd om vandaag langs te komen en aan de discussie deel te nemen. Hij zou ons echt moeten kunnen helpen. Hij is zo ongeveer de meest inzichtelijke man die ik ooit in mijn leven heb ontmoet.’ Zimmerman bloosde en grinnikte een beetje. Hayman vroeg hem: ‘Dus wat denkt u van wat u net van mijn studenten heeft gehoord?’ Zimmerman hield zijn hoofd schuin en dacht even na. Toen zei hij: ‘Wel, ten minste sommige van uw studenten lijken te denken dat er hier een soort moreel verschil aan het werk is. Als je verzuimt om iemand te helpen en zij raken gewond of worden vermoord, dan is het verkeerd, maar als er geen nare gevolgen zijn dan het is goed. Maar ik zie het onderscheid niet. Het gedrag is identiek. Verschillende consequenties veranderen niet echt of ze goed of fout zijn.’ Er viel een stilte over het klaslokaal toen het punt van Zimmerman door begon te dringen. Hayman vroeg Zimmerman: ‘Betekent dit dat ?edereen hier zichzelf samen met Riley en Trudy met schuldgevoelens moet teisteren?’ Zimmerman haalde zijn schouders op. ‘Misschien juist het tegenovergestelde. Helpt het iemand om je schuldig te voelen? Gaat het de jonge vrouw terugbrengen? Misschien zijn er nu meer gepaste dingen die we allemaal zouden moeten voelen.’ Zimmerman ging voor het bureau staan en maakte oogcontact met de studenten. ‘Vertel eens, diegenen onder jullie die niet heel dicht bij Rhea stonden. Wat zijn jullie gevoelens nu tegenover Riley en Trudy deze twee vriendinnen van haar?’ Het klaslokaal was even stil. Toen was Riley verbaasd om een paar snikken in de klas uit te horen breken. Een meisje zei met een verstikte stem: ‘Oh, ik vind het gewoon zo vreselijk voor ze.’ Een ander zei: ‘Riley en Trudy, ik zou willen dat jullie je niet schuldig voelde. Dat zouden jullie niet moeten doen. Wat er met Rhea is gebeurd, is verschrikkelijk genoeg. Ik kan me de pijn die jullie voelen gewoon niet voorstellen.’ Andere studenten bevestigde hun instemming. Zimmerman glimlachte begripvol naar de klas. Hij zei: ‘Ik denk dat de meesten van jullie weten dat mijn specialiteit criminele pathologie is. Mijn levenswerk gaat over het proberen om de geest van een crimineel te begrijpen. En de afgelopen drie dagen heb ik moeite gedaan om deze misdaad te begrijpen. Tot nu toe ben ik maar van ??n ding echt zeker. Dit was persoonlijk. De moordenaar kende Rhea en wilde haar dood hebben.’ En weer worstelde Riley om het onbegrijpelijke te begrijpen... Iemand haatte Rhea genoeg om haar te vermoorden? Toen voegde Zimmerman eraan toe: ‘Hoe verschrikkelijk dat ook klinkt, ik kan jullie ??n ding verzekeren. Hij zal niet nog een keer doden. Rhea was zijn doelwit, niemand anders. En ik ben ervan overtuigd dat de politie hem snel zal vinden.’ Hij leunde tegen de rand van het bureau en zei: ‘Ik kan jullie nog iets vertellen, waar de moordenaar nu ook is, wat hij ook doet, hij voelt niet wat jullie allemaal lijken te voelen. Hij is niet in staat om sympathie te hebben voor het lijden van een ander, laat staan de werkelijke ?mpathie te hebben die ik in deze kamer voel.’ Hij schreef de woorden ‘sympathie’ en ‘empathie’ op het grote whiteboard. Hij vroeg: ‘Zou iemand me kunnen herinneren aan het verschil tussen deze twee woorden?’ Riley was een beetje verrast dat Trudy haar hand ophief. Trudy zei: ‘Sympathie is wanneer je geeft om wat iemand anders voelt. Empathie is wanneer je daadwerkelijk de gevoelens van iemand anders d??lt.’ Zimmerman knikte en noteerde Trudy’s definities. ‘Precies,’ zei hij. ‘Dus ik stel voor dat we allemaal ons schuldgevoel opzij zetten. Focus in plaats daarvan op ons vermogen tot empathie. Dat is het verschil tussen ons en ‘s werelds meest verschrikkelijke monsters. Het is kostbaar, vooral op een moment zoals nu.’ Hayman leek tevreden te zijn met de waarnemingen van Zimmerman. Hij zei: ‘Als iedereen het goed vindt, dan denk ik dat we de les van vandaag moeten be?indigen. Het was behoorlijk intens, maar ik hoop dat het nuttig was. Bedenk dat jullie nu allemaal behoorlijk krachtige gevoelens moeten verwerken. Zelfs degenen onder jullie die geen band met Rhea hadden. Verwacht niet dat het verdriet, de shock en het afgrijzen snel zullen verdwijnen. Laat ze op hun beloop gaan. Ze zijn een onderdeel van het genezingsproces. En wees niet bang om de hulpverleners van de school om hulp te vragen. Of aan elkaar. Of aan mij en Dr. Zimmerman.’ Toen de studenten van hun bureau opstonden om te vertrekken, riep Zimmerman... ‘Geef Riley en Trudy een knuffel op weg naar buiten. Ze kunnen het gebruiken.’ Voor het eerst tijdens de les voelde Riley zich ge?rriteerd. Waarom denkt hij dat ik een knuffel nodig heb? De waarheid was dat een knuffel het laatste was dat ze nu wilde hebben. Plots herinnerde ze het zich; dit was dat wat haar een afkeer had gegeven aan Dr. Zimmerman toen ze een les bij hem had gevolgd. Hij was veel te knuffelig voor haar smaak, hij was met heel veel dingen handtastelijk, en hij vertelde studenten graag om elkaar te knuffelen. Dat leek een beetje raar voor een psycholoog die zich in criminele pathologie specialiseerde. Het leek ook vreemd voor een man die zoveel empathie had. Hoe wist hij tenslotte of zij en Trudy wel of niet geknuffeld wilden worden? Hij had niet eens de moeite genomen om het te vragen. Hoe empathisch was dat? Riley kon het niet helpen dat die vent diep van binnen nep was. Niettemin stond ze daar sto?cijns terwijl de ene student na de andere haar een sympathieke knuffel gaf. Sommigen van hen huilden. En ze zag dat Trudy deze aandacht helemaal niet erg vond. Trudy bleef bij elke knuffel door haar eigen tranen glimlachen. Misschien ligt het aan mij, dacht Riley. Was er iets mis met haar? Misschien had ze niet dezelfde gevoelens als andere mensen. Al snel was het knuffelen voorbij en hadden de meeste studenten de ruimte verlaten, inclusief Trudy. Dat gold ook voor Dr. Zimmerman. Riley was blij dat ze een moment alleen met Dr. Hayman had. Ze liep naar hem toe en zei: ‘Bedankt voor het gesprek over schuld en verantwoordelijkheid. Ik moest dat echt even horen.’ Hij glimlachte naar haar en zei: ‘Ik ben blij dat ik kon helpen. Ik weet dat dit heel moeilijk voor je moet zijn.’ Riley liet haar hoofd even zakken en verzamelde haar moed om iets te zeggen wat ze echt wilde zeggen. Uiteindelijk zei ze: ‘Dr. Hayman, u herinnert het zich waarschijnlijk niet meer, maar ik zat in uw eerste jaar in uw cursus Intro in Psych.’ ‘Ik herinner het me,’ zei hij. Riley slikte haar nervositeit weg en zei: ‘Nou, ik heb u altijd willen vertellen... u heeft me echt ge?nspireerd om psychologie als hoofdvak te nemen.’ Hayman zag er nu een beetje geschrokken uit. ‘Wauw,’ zei hij. ‘Dat is echt leuk om te horen. Dank je wel!’ Ze stonden elkaar een ongemakkelijk moment aan te kijken. Riley hoopte dat ze zichzelf niet voor gek had gezet. Uiteindelijk zei Hayman: ‘Luister, ik heb in de klas op je gelet. De opstellen die je schrijft, de vragen die je stelt, de idee?n die je met iedereen deelt. Je hebt een goed stel hersens. En ik heb het gevoel... je hebt vragen over wat er met je vriendin is gebeurd waar de meeste andere studenten niet aan denken, misschien zelfs niet aan w?llen denken.’ Riley slikte opnieuw. Hij had natuurlijk gelijk, bijna griezelig gelijk. Dit is empathie, dacht ze. Ze flitste terug naar de nacht van de moord, toen ze buiten Rhea’s kamer had gestaan met de wens dat ze naar binnen kon gaan, met het gevoel dat ze iets belangrijks zou leren als ze alleen op dat moment door die deur kon lopen. Maar dat moment was voorbij. Toen Riley eindelijk naar binnen kon, was de kamer helemaal opgeruimd, alsof er nooit iets was gebeurd. Langzaam zei ze... ‘Ik wil echt begrijpen... w??rom. Ik wil heel graag weten... ‘ Haar stem vervaagde. Durfde ze tegen Hayman of iemand anders de waarheid te vertellen? Dat ze de geest wilde begrijpen van de man die haar vriendin vermoord had? Dat ze zich bijna in hem wilde ?nleven? Ze was opgelucht toen Hayman knikte en het leek te begrijpen. ‘Ik snap hoe je je voelt,’ zei hij. ‘Vroeger voelde ik hetzelfde.’ Hij opende een bureaula, haalde er een boek uit en gaf het aan haar. ‘Je kunt dit lenen,’ zei hij. ‘Het is een geweldige plek om te beginnen.’ De titel van het boek was Donkere Geesten: De Moordlustige Persoonlijkheid Onthuld. Riley was verrast toen ze zag dat de auteur Dr. Dexter Zimmerman zelf was. Hayman zei: ‘De man is een genie. Je kunt je niet voorstellen welke inzichten hij in dit boek onthult. Je moet het gewoon lezen. Het kan je leven veranderen. Het heeft de mijne zeker veranderd.’ Riley voelde zich door Haymans gebaar overweldigd. ‘Dank u wel,’ zei ze zachtmoedig. ‘Geen dank,’ zei Hayman glimlachend. Riley verliet het klaslokaal en liep in een draf toen ze het gebouw uit ging naar de bibliotheek, ongeduldig om met het boek te gaan zitten. Tegelijkertijd voelde ze een zweem van angst. ‘Het kan je leven veranderen,’ had Hayman haar gezegd. Zou dat goed of slecht zijn? HOOFDSTUK ZEVEN In de universiteitsbibliotheek ging Riley achter een bureau zitten die in een kleine ruimte stond. Ze legde het boek op het bureau en zat naar de titel te staren; Donkere Geesten: De Moordlustige Persoonlijkheid Onthuld, door Dr. Dexter Zimmerman. Ze wist niet precies waarom, maar ze was blij dat ze ervoor gekozen had om het boek hier te gaan lezen in plaats van in haar studentenkamer. Misschien wilde ze gewoon niet gestoord worden of de vraag krijgen wat ze aan het lezen was en waarom. Of misschien was het iets anders. Ze raakte de kaft aan en voelde een vreemde tinteling... Angst? Nee, dat kon het niet zijn. Waarom zou ze bang zijn voor een boek? Toch voelde ze zich ongerust, alsof ze op het punt stond om iets te doen dat verboden was. Ze opende het boek en haar ogen vielen op de eerste zin... Lang voordat een moord wordt gepleegd, heeft de moordenaar het potentieel om die moord te plegen. Terwijl ze de verklaringen van de auteur voor die stelling las, voelde ze zichzelf in een donkere en vreselijke wereld glijden. Een onbekende wereld, maar een wereld die op mysterieuze wijze voor haar voorbestemd voelde om te onderzoeken en te proberen te begrijpen. De pagina’s omslaand, werd ze aan het ene moorddadige monster na het andere voorgesteld. Ze leerde Ted Kaczynski kennen, bijgenaamd de ‘Unabomber’, die explosieven gebruikte om drie mensen te doden en drie?ntwintig anderen te verwonden. En dan was er John Wayne Gacy, die zich graag als clown verkleedde en kinderen op feesten en liefdadigheidsevenementen vermaakte. Hij was in zijn gemeenschap geliefd en gerespecteerd, zelfs op het moment dat hij in het geheim drie?ndertig jongens en jonge mannen seksueel misbruikte en vermoordde, waarvan hij veel lichamen in de kruipruimte van zijn huis verborg. Riley was vooral door Ted Bundy gefascineerd, die uiteindelijk tot dertig moorden bekende, hoewel er misschien nog veel meer waren geweest. Knap en charismatisch, had hij zijn vrouwelijke slachtoffers op openbare plaatsen benaderd en gemakkelijk hun vertrouwen gewonnen. Hij beschreef zichzelf als ‘de meest hartelijke klootzak die je ooit zult ontmoeten.’ Maar de vrouwen die hij vermoord had, hadden zijn wreedheid nooit herkend totdat het te laat was. Het boek stond vol met informatie over dergelijke moordenaars. Bundy en Gacy waren opmerkelijk intelligent geweest en Kaczynski was een wonderkind. Zowel Bundy als Gacy waren door wrede, gewelddadige mannen opgevoed en ze hadden onder wreed seksueel misbruik geleden toen ze jong waren. Maar Riley vroeg zich af: wat had hen tot moordenaars gemaakt? Veel mensen waren in hun jeugd getraumatiseerd zonder zich tot moord te wenden. Ze bestudeerde de tekst van Dr. Zimmerman op zoek naar antwoorden. Volgens zijn beoordeling wisten moorddadige criminelen het verschil tussen goed en kwaad en ze waren zich ook bewust van de mogelijke gevolgen voor hun acties. Maar ze waren op een unieke manier in staat om dat bewustzijn af te sluiten om hun misdaden te plegen. Zimmerman schreef ook wat hij in de klas had gezegd, dat moordenaars geen empathisch vermogen hadden. Maar het waren uitstekende bedriegers die empathie en andere gewone gevoelens konden veinzen, waardoor ze moeilijk te herkennen waren en vaak sympathiek en charmant leken. Toch waren er soms zichtbare waarschuwingssignalen. Een psychopaat was bijvoorbeeld vaak iemand die van macht en controle hield. Hij verwachtte zonder veel moeite grandioze, onrealistische doelen te bereiken, alsof succes gewoon aan hem toekwam. Hij zou alle middelen gebruiken om die doelen te bereiken, niets viel buiten die grenzen, hoe crimineel en wreed ook. Meestal gaf hij anderen de schuld voor zijn falen en hij loog gemakkelijk en vaak... Riley’s geest verbijsterde zich over de rijkdom aan informatie en inzichten van Zimmerman. Maar terwijl ze las, bleef ze aan de eerste zin in het boek denken... Lang voordat een moord wordt gepleegd, heeft de moordenaar het potentieel om die moord te plegen. Hoewel moordenaars in veel opzichten verschillend waren, leek Zimmerman te zeggen dat er een bepaald soort persoon was die was voorbestemd om te moorden. Riley vroeg zich af: waarom werden zulke mensen niet gezien en gestopt voordat ze zelfs maar konden beginnen? Riley wilde graag blijven lezen en ontdekken of Zimmerman op die vraag antwoorden had. Maar ze wierp een blik op haar horloge en besefte dat er sinds ze in de ban van het boek was geraakt veel tijd verstreken was. Ze moest nu gaan, anders zou ze te laat zijn voor haar volgende les. Ze verliet de bibliotheek en liep de campus over, terwijl ze het boek van Dr. Zimmerman vastklampte terwijl ze liep. Ongeveer halverwege haar klas, kon ze de aantrekkingskracht van het boek niet weerstaan, ze klapte het open en gleed snel over delen van de tekst terwijl ze liep. Toen hoorde ze een mannenstem zeggen... ‘H?, kijk uit!’ Riley stond plots stil en keek op van haar boek. Ryan Paige stond recht voor haar op de stoep en grijnsde naar haar. Hij leek erg geamuseerd door Riley’s afgeleide gemoedstoestand. Hij zei: ‘Wauw, dat moet een geweldig boek zijn dat je leest. Je had me daar bijna omver gelopen. Mag ik eens kijken?’ Vol schaamte gaf Riley hem het boek. ‘Ik ben onder de indruk,’ zei Ryan en bladerde langs een paar pagina’s. ‘Dexter Zimmerman is gewoon een genie. Het strafrecht is niet mijn focus, maar ik heb een paar lessen bij hem als student gevolgd, hij heeft me echt verrast. Ik heb een paar van zijn boeken gelezen, maar deze niet. Is het zo goed als dat ik denk dat het moet zijn?’ Riley knikte alleen maar. Ryan’s glimlach vervaagde. Hij zei: ‘Vreselijk iets, wat er donderdagavond met dat meisje is gebeurd. Heb je haar toevallig gekend?’ Riley knikte weer en zei: ‘Rhea en ik zaten in hetzelfde studentenhuis; Gettier Hall.’ Ryan keek geschokt. ‘Wauw, het spijt me zo. Het moet vreselijk voor je zijn geweest.’ Even flitste Riley terug naar de schreeuw die haar in die vreselijke nacht wakker had gemaakt, de aanblik van Heather ingestort en ziek in de gang, het bloed op de vloer van de slaapkamer, Rhea’s wijd open ogen en doorgesneden keel... Ze huiverde en dacht... Hij heeft geen idee. Ryan schudde zijn hoofd en zei: ‘De hele campus staat op scherp vanaf het moment dat het gebeurd is. De politie kwam die avond zelfs bij mij thuis, ze maakte me wakker, stelde me allerlei vragen. Niet te geloven, toch?’ Riley kromp een beetje ineen. Natuurlijk kon ze het geloven. Zij was tenslotte degene die Ryan’s naam aan de politie had gegeven. Moest ze het toegeven? Moest ze zich verontschuldigen? Terwijl ze probeerde om dat te beslissen, haalde Ryan zijn schouders op en zei: ‘Nou, ik denk dat ze met veel jongens hebben gesproken. Ik heb gehoord dat ze die avond in de Centaur’s Den was en daar was ik natuurlijk ook. Ze deden hun werk. Ik begrijp het. En ik hoop echt dat ze de klootzak pakken die dit gedaan heeft. Hoe dan ook, wat mij is overkomen is niet erg, het is niets vergeleken met hoe dit voor jou moet zijn. Zoals ik al zei, het spijt me echt heel erg.’ ‘Dank je,’ zei Riley terwijl ze op haar horloge keek. Ze haatte het om onbeleefd te zijn. Ze had eigenlijk al gehoopt om deze knappe kerel weer tegen het lijf te lopen. Maar nu zou ze te laat voor de les komen en bovendien was ze op de een of andere manier niet in de stemming om zelfs van Ryan’s gezelschap te genieten. Ryan gaf haar het boek terug, alsof hij het begreep. Toen scheurde hij een klein stukje papier uit een notitieboekje en schreef iets op. Een beetje verlegen zei hij: ‘Luister, ik hoop dat dit niet te brutaal is, maar... Ik dacht laat ik je mijn telefoonnummer maar geven. Misschien wil je gewoon een keer praten. Of misschien niet. Dat is aan jou.’ Hij gaf haar het stukje papier en voegde eraan toe: ‘Ik heb mijn naam ook opgeschreven. Voor het geval je het vergeten bent.’ ‘Ryan Paige,’ zei Riley. ‘Ik ben het niet vergeten.’ Ze citeerde haar eigen telefoonnummer voor hem. Ze was bang dat het nogal bot van haar was dat ze hem haar nummer op stond te zeggen in plaats van het voor hem op te schrijven. De waarheid was dat ze blij was om te denken dat ze hem misschien weer zou zien. Ze had gewoon moeite om zich nu vriendelijk te gedragen tegenover iedereen die nieuw was. ‘Bedankt,’ zei ze, terwijl ze het papier in haar zak stopte. ‘Tot later.’ Riley liep vlak langs Ryan heen en liep naar haar klas. Ze hoorde Ryan achter haar aanroepen: ‘Ik hoop het.’ * Terwijl de rest van de schooldag voorbijging, las Riley wanneer ze de kans kreeg flarden uit het boek van Zimmerman. Ze vroeg zich de hele dag af of de moordenaar van Rhea als Ted Bundy zou kunnen zijn, een charmante man die erin geslaagd was om Rhea’s vertrouwen te winnen? Ze herinnerde zich wat Dr. Zimmerman die ochtend in de les gezegd had... ‘De moordenaar kende Rhea en wilde haar dood hebben.’ En in tegenstelling tot Bundy, was de moordenaar van Rhea nu klaar. Hij zou geen andere slachtoffers zoeken. Althans volgens Dr. Zimmerman. Hij leek zo positief, dacht Riley. Ze vroeg zich af hoe hij er zo zeker van kon zijn. Later die avond waren Riley en Trudy in hun studentenkamer rustig aan het studeren. Beetje bij beetje begon Riley zich rusteloos en ongeduldig te voelen. Ze wist niet zeker waarom. Uiteindelijk stond ze op van haar bureau, trok haar jas aan en liep naar de deur. Trudy keek op van haar huiswerk en vroeg: ‘Waar ga je heen?’ ‘Ik weet het niet,’ zei Riley. ‘Gewoon er even uit.’ ‘Alleen?’ vroeg Trudy. ‘Ja.’ Trudy deed haar boek dicht en keek Riley angstig aan. ‘Weet je zeker dat dat een goed idee is?’ vroeg ze. ‘Misschien moet ik met je mee gaan. Of misschien moet je de begeleidingsdienst van de campus bellen.’ Riley voelde een verrassende uitbarsting van ongeduld. ‘Trudy, dat is belachelijk,’ zei ze. ‘Het enige wat ik wil doen is even een korte wandeling maken. We kunnen niet zo leven, altijd bang zijn dat er iets vreselijks zou kunnen gebeuren. Het leven moet verder gaan.’ Riley schrok van de scherpte van haar eigen woorden. En ze kon aan Trudy’s uitdrukking zien dat ze haar gekwetst had. Riley probeerde zich wat voorzichtiger uit te drukken en zei: ‘Het is in elk geval niet laat. En ik zal niet lang weg blijven. Ik zal veilig zijn. Ik beloof het.’ Trudy gaf geen antwoord. Ze opende zwijgend haar boek en ging weer verder met lezen. Riley zuchtte en liep de gang in. Ze bleef even staan en vroeg zich af... Êîíåö îçíàêîìèòåëüíîãî ôðàãìåíòà. Òåêñò ïðåäîñòàâëåí ÎÎÎ «ËèòÐåñ». Ïðî÷èòàéòå ýòó êíèãó öåëèêîì, êóïèâ ïîëíóþ ëåãàëüíóþ âåðñèþ (https://www.litres.ru/pages/biblio_book/?art=51923826&lfrom=688855901) íà ËèòÐåñ. Áåçîïàñíî îïëàòèòü êíèãó ìîæíî áàíêîâñêîé êàðòîé Visa, MasterCard, Maestro, ñî ñ÷åòà ìîáèëüíîãî òåëåôîíà, ñ ïëàòåæíîãî òåðìèíàëà, â ñàëîíå ÌÒÑ èëè Ñâÿçíîé, ÷åðåç PayPal, WebMoney, ßíäåêñ.Äåíüãè, QIWI Êîøåëåê, áîíóñíûìè êàðòàìè èëè äðóãèì óäîáíûì Âàì ñïîñîáîì.
Íàø ëèòåðàòóðíûé æóðíàë Ëó÷øåå ìåñòî äëÿ ðàçìåùåíèÿ ñâîèõ ïðîèçâåäåíèé ìîëîäûìè àâòîðàìè, ïîýòàìè; äëÿ ðåàëèçàöèè ñâîèõ òâîð÷åñêèõ èäåé è äëÿ òîãî, ÷òîáû âàøè ïðîèçâåäåíèÿ ñòàëè ïîïóëÿðíûìè è ÷èòàåìûìè. Åñëè âû, íåèçâåñòíûé ñîâðåìåííûé ïîýò èëè çàèíòåðåñîâàííûé ÷èòàòåëü - Âàñ æä¸ò íàø ëèòåðàòóðíûé æóðíàë.